Overzicht   Volgende   Vorige

Inhoud

    WederOpbouw

  1. Riegel Valun's
  2. Standaard ArbeidsUur
  3. Batra's Grote Depressie
  4. GrijpGrage Handen
  5. Vies van Werken
  6. Valsche Munters
  7. De Franse Methode
  8. Samenvatting
  9. Bronnen
Gedateerd oktober-november 2003.

Wederopbouw

Shock and Awe. Geweldig hoor, deze " klinische " oorlog ! President Bush heeft voorlopig zijn zin gekregen. Hij zal nu moeten verdedigen hoe de "intelligente" Amerikaanse diensten karretjes met flessen waterstof om weerballonnen op te blazen heeft kunnen aanzien voor "verrijdbare laboratoria voor de vervaardiging van massavernietigingswapens", maar dit is nog tot daar aan toe. Geld voor de wederopbouw van Irak na de oorlog. Laat de absurditeit van deze gedachte goed tot u doordringen. Of zijn wij intussen dermate geperverteerd dat de onzinnigheid niet eens meer opvalt ?
OK, ik leg het wel uit. Eerst maken ze opzettelijk je huis kapot. Daarna moet je blij zijn omdat ze je dollars geven. Een heleboel in Amerika zelf gedrukte dollars. Waarmee ze je denken te kunnen bewegen om, blij van zin, de hele boel weer op te bouwen. Eigenhandig dan wel te verstaan. Mensen die zoiets bedenken hebben zelf vast nog nooit een vinger ergens naar uitgestoken. Een schreeuwend gebrek aan respect voor het leven en werk van anderen, ten voeten uit !
Wist u trouwens dat het in Irak - en omstreken - officieel altijd 49 graden is (in de schaduw) ? Want boven de 50 graden mag er volgens onze bedrijfsnormen niet meer worden gewerkt  . . .

Riegel Valun's

Na alle negatieve kritiek op het huidige geldsysteem komt Riegel op de proppen met een " positieve " bijdrage, zijn alternatief voor de dollar: de valun (= VALue UNit). Hij doet hierbij een aantal uitspraken die de moeite waard zijn om in de oren te knopen. Zoals in hoofdstuk, paragraaf "Labour Money". Een veelgemaakte fout is namelijk om geld, zonder meer, te willen identificeren met ArbeidsUren. Op Internet treft men een aantal voorbeelden hiervan aan:
Ithaca Hours en Time Dollars zijn redelijk bekend. Overkoepelende organisatie is The Hour Money Institute (voor wat deze claim waard is). Hoe het ook zij, Riegel merkt terecht op dat arbeid verspild kan worden, besteed aan dingen waar geen hond op zit te wachten. Dit is niet zo denkbeeldig als het lijkt. We hebben ten hemel schreiende voorbeelden hiervan kunnen zien in de voormalige Sovjet Economie [ 6 ]. Zo van: laten we één hele grote koekepan produceren, in plaats van allemaal kleine, dan zijn we dit jaar namelijk meteen toe aan het ons van staatswege opgelegde gewichts-quotum. Dit gebeurt er dus als de faktor Arbeid ongebreideld zijn gang kan gaan, in het ambtelijke klimaat van een staatsgeleide volkshuishouding.
Nu moeten overigens we niet gaan denken dat in onze Westerse economie alles zoveel beter geregeld is. Om een zijstraat te noemen. Wat moet een nuchter mens wel niet denken van de onevenredige inspanning die geleverd moet worden om, door middel van de meest stuitende en luidruchtige reclame, volkomen nutteloze rommel niettemin aan de man te brengen. Hoeveel van ons hebben niet de zolder vol staan met speelgoed wat de kinderen al na de allereerste kennismaking links hebben laten liggen ? Onnutte arbeidsuren worden in het Rijke Westen dus evenzeer geleverd als in het voormalige Oostblok. Alleen werkt het mechanisme hier precies andersom. Doordat alle reclame in handen is van de producenten, worden consumenten ertoe aangezet om overbodige (of veel te dure) spullen aan te schaffen. En het meeste ervan meteen weer weg te gooien. Alleen maar om rendementen veilig te stellen. Niet de faktor Arbeid maar de faktor Kapitaal zet ons aan tot een mateloze verspilling. En dat is toch niet minder zonde van alle moeite.
De funktie van de handel is nu, volgens Riegel, om gedane arbeid te evalueren op bruikbaarheid. Om het resultaat van onze massaproduktie te beoordelen op consumeerbaarheid. Geldelijke beloning is dus niet identiek met arbeidsuren, maar met een waardering van arbeidsuren. Dit subtiele onderscheid is hoogst belangrijk. De funktie van handel is om onze produktie om te vormen tot de dingen die we willen, aldus Riegel. Een stabiele en schone economie houdt in dat we alles kopen wat we verkopen, alles opmaken wat we maken. De wet van vraag en aanbod had produktie en consumptie met elkaar in evenwicht moeten brengen. Niet door de consumptie af te willen stemmen op de produktie, middels opdringerige reclame, maar juist omgekeerd: door de produktie af te stemmen op de consumptie. Ook het laatste kan echter alleen worden bewerkstelligd als we in staat zijn nuttige van onnutte arbeidsuren te onderscheiden. Als er dus, wel degelijk, een verschil in waardering kan bestaan tussen het ene arbeidsuur en het andere.
Ondanks alle argumenten die pleiten tegen een botte vereenzelviging van Geld met ArbeidsUren, wordt door Riegel volmondig erkend dat menselijke arbeid DE bron van rijkdom is. Dit is in wezen de marxistische waardenleer. Maar het is noodzakelijk om in deze leer een paar verfijningen aan te brengen, die samenhangen met de evaluatie van de produkten door de consumenten. Dit is de veelgeroemde - en veel misbruikte - marktwerking of de wet van vraag en aanbod. Met nadruk moet worden gesteld dat er vrijheid van economisch handelen moet zijn. Immers, in de handel zou duidelijk moeten worden hoe het aanbod van produkten afgestemd is op de vraag naar consumptie-artikelen. Hiermee moet in overeenstemming worden gebracht dat geld samenhangt met arbeidsuren. Gemaakte uren worden immers afgerekend in de vorm van een geldelijke beloning. Idealiter zou het zo moeten zijn dat: hoe nuttiger het produkt, des te meer de werkelijke producent voor zijn arbeid krijgt. Waarmee onder werkelijke producent echter nadrukkelijk niet de baas van de producent wordt verstaan.

Standaard ArbeidsUur

Launching the Valun System. Volgens Riegel zou een alternatieve geldvorm, de valun, als volgt kunnen worden ingevoerd. De valun zou, de dag waarop de munteenheid wordt ingevoerd, de waarde moeten krijgen van één dollar. Daarna zou de nieuwe geldvorm helemaal los van de dollar moeten komen te staan en dus ook onafhankelijk zijn van de fluctuaties die de dollar ondergaat. Zeer terecht liet Thomas H. Greco Jr. destijds in een commentaar op Internet weten dat dit het voornaamste punt is waarover hij met Riegel van mening verschilt. Greco is inmiddels uit mijn gezichtsveld verdwenen, kennelijk vanwege commerciële belangenverstrengeling bij de verkoop van Riegel's boeken. (Het "gewone" geld maakt would-be participanten aan de Complementary Currencies-beweging niet minder corrupt dan de rest van de gemeenschap.) Maar ik kan als fysicus beamen dat Greco écht wel gelijk heeft. Het is toch evenzeer ondenkbaar dat de eenheid van lengte in een hoog ontwikkelde samenleving nog steeds zou worden vastgesteld aan de hand van zijn of haar elleboog. Men heeft voor een goede definitie van de lengtemaat een verschijnsel nodig dat onafhankelijk is van toevallige en subjectieve factoren. Minder belangrijk is of men tenslotte kiest voor de lengte van een platina-iridium staaf, die onder zorgvuldig bewaakte klimatologische omstandigheden in een museum bewaard wordt, of voor de lengte van de weg die het licht in vacuum aflegt in een tijd van (1/299 792 458) seconde. (Hierbij is de seconde de tijdsduur van 9.192.631.770 perioden van de straling die overeenkomt met de overgang tussen de twee hyperfijn-niveaus van de grondtoestand van het cesium-133 atoom. Deze definitie is uit 1967 en is vandaag nog steeds geldig.) Bij het vaststellen van de eenheid van betaling is het niet anders gesteld dan met onze lengte. Er moet een concrete fysische referentie worden gevonden die wereldwijd reproduceerbaar is en per definitie een constante waarde heeft. Omdat geld een maatschappelijk goed is, moet deze eenheid bovendien gelden voor alle denkbare maatschappijvormen van verleden, heden en toekomst. Een grondstof (commodity) of boodschappenmandje met grondstoffen (basket of commodities) is bijvoorbeeld voor dit doel volkomen onbruikbaar. Immers, commodities zijn veel te variabel in hun "waarde" voor deze en toekomstige samenlevingen. Bijbehorende 'valun' zou iedere keer essentieel moeten worden bijgesteld. We willen in plaats daarvan een geld-eenheid die invariant is over de fysieke en historische grenzen van beschavingen heen.
Onze redenering voert naar een vertrouwd punt. Is niet de menselijke arbeidsinspanning de enige werkelijk constante bron van "waarde" ? Bovendien is het de enige commodity waar men nooit omheen zal kunnen, als het gaat om de kosten van produktie. De Arbeid is de grootheid die zowiezo, altijd en overal, met Geld moet worden verrekend. Tenzij we terug willen naar toestanden van slavernij - al lijkt het daar af en toe wel op. Er zal steeds overeenstemming moeten zijn over het minimum uurloon, voor de meest eenvoudige ongeschoolde arbeid. Het voorstel is: neem precies één uur van deze eenvoudige ongeschoolde arbeid en definieer dat als de Riegel, de valun, de Uro, de 'Hour' of wat voor naam dan ook. De meting van het uur is fysisch volkomen eenduidig vastgelegd als 3600 maal de bovenvermelde duur van een seconde. Het begrip eenvoudige ongeschoolde arbeid kan, precies als bij de aanvankelijke definitie van de meter, op wetenschappelijke wijze worden benaderd door een redelijk onveranderlijk voorbeeldproces van zulke arbeid te nemen. Lopende band werk is het meest geschikt. Of neem het in elkaar zetten van 1.500 'kop en schotels' voor de bouw, in de produktiehal van BUVA in Barendrecht. Men zou metingen kunnen doen aan het metabolisme van arbeiders die zulk werk doen, teneinde de eenheid nader te verfijnen. Of men zou het aantal geleverde Watt's aan menselijke arbeid kunnen opmeten en de Uro gelijk stellen aan een zeker aantal van deze KiloWattUren. Origineel ben ik zeker niet. Al deze dingen in de wereld van de Complementary Currencies vast wel een keer eerder voorgesteld.

Batra's Grote Depressie

Toen de beurskrach van 19 oktober 1987 de financiële wereld op zijn kop zette, schoot het boek van de van de ene op de andere dag naar de eerste plaats van de best verkochte non fiction-werken in de Verenigde Staten. Dit slaat op The Great Depression of 1990 [
2 ] , een boek van de Amerikaanse econoom Ravi Batra. Ik heb het onlangs uit mijn boekenkast gehaald om het te herlezen, na het stof er af geblazen te hebben. Want ja, eerlijk is eerlijk, van Batra's voorspelling is helemaal niets terecht gekomen. En dat zal zijn carrière vast geen goed hebben gedaan. Achteraf gezien is het ook helemaal geen wonder, want het uitkomen van deze voorspelling zou een onterechte bevestiging geweest zijn van een hier en daar uitermate wankele theoretische basis. Zoals de visie van een zekere P.R. Sarkar, bedenker van de Law of Social Cycles. Volgens deze guru zouden er in de mensenmaatschappij altijd vier sociale klassen bestaan, welke grofweg gekarakteriseerd worden door de volgende representanten: soldaten (warriors), intellectuelen (intellectuals), geldgraaiers (acquisitors) en arbeiders (laborers). Om te beginnen zou dit al te eenvoudig zijn. En om te eindigen verklaart het niet bijzonder veel.
Interessanter is het hierop volgende hoofdstuk, Concentration of Wealth and Depressions, waarin het verloop in de tijd wordt beschreven van een aantal min of meer meetbare economische grootheden die lijken samen te hangen met de conjunctuur-cyclus. Ravi Batra beperkt zich - ons inziens volkomen terecht - tot de overheersende economie: die van de Verenigde Staten van Amerika. Het meest sprekend in dit verband is de tabel met nummer 1, waarin aangegeven staat welk aandeel van de weelde in het bezit is van de rijkste 1 procent (Share of Wealth Held by the Richest 1 Percent). Uit deze tabel is duidelijk af te lezen dat dit aandeel in het sociale onrecht stelselmatig op zijn hoogst is aan de vooravond van een depressie. En hoe hoger het percentage, hoe groter het onrecht dus, des te dieper wordt de depressie. Dit is de reden waarom ik dit boek onder het stof vandaan heb gehaald. Immers, deze gedachte kon wel eens helemaal niet verkeerd zijn. Stel dat de ware oorzaak van de economische crisis inderdaad gelegen is in de ongelijke verdeling van de welvaart, kortom de situatie welke wij aanduiden als maatschappelijk onrecht, onrechtvaardigheid dus ? Topmanagers in de Verenigde Staten verdienen momenteel 500 keer zoveel als mensen op de werkvloer. Je gaat mij toch niet wijsmaken dat: de koopkracht van middelgrote bedrijven concentreren in de handen van slechts enkele personen, geen economische gevolgen zou hebben, voor een systeem dat bovendien toch al inherent instabiel is. Dus als de voortekenen niet bedriegen, dan zouden we op dit ogenblik wel weer eens aan de vooravond kunnen staan van een nieuwe economische crisis. [ Inmiddels leven we in 2011, zijn inkomensverhoudingen dusdanig uit elkaar gegroeid dat het niet meer te bevatten is - laat staan te verantwoorden - en is de nieuwe economische crisis welhaast een voldongen feit ]
Er zijn twee eenvoudige wetmatigheden die deze theorie aannemelijk maken. De eerste is ontdekt door Riegel: gij zult alles concumeren wat gij hebt geproduceerd. De tweede is een eenvoudige volkswijsheid: een mens kan niet meer eten dan zijn buik vol. Wanneer een acquisitor maar liefst 500 keer het inkomen geniet van een arbeider op de werkvloer, dan is hij menselijkerwijs gesproken niet meer in staat om met al dit geld consumptie te plegen. In plaats daarvan zal onze graaier dus iets anders met zijn geld moeten doen. Beleggen bijvoorbeeld. Maar volgens alle klassieke economen is het sneeuwbaleffect van de crisis nu juist gelegen in overproduktie. Of onderconsumptie, dat komt op hetzelfde neer. Met zijn poging om nog meer te investeren zwengelt de geldgraaier impliciet de produktie verder aan. En gaat de sneeuwbal dus harder rollen. Zo is het te verklaren dat onrecht wel eens de werkelijke oorzaak zou kunnen zijn van economische depressies. En aan onze grote geldgraaiers komt de twijfelachtige eer toe dat zij de aanstichters ervan zijn.
Het laatste hoofdstuk uit 'The Great Depression' luidt: Hoe kunnen we een nieuwe depressie voorkomen ? De waslijst van de door Ravi Batra voorgestelde maatregelen omvat onder meer het volgende: Er zou een verband moeten zijn tussen het minimum loon en het maximum loon. In het bijzonder zou het maximum salaris in elke industrie niet meer mogen bedragen dan tien keer het minimum salaris. Ravi Batra [ per e-mail ] is qua inkomensverhoudingen dus zelfs nog een stuk coulanter dan Jan Tinbergen, Jan Marijnissen [ 10 ] of Han de Bruijn

GrijpGrage Handen

Het eerste waar we dus iets aan zouden kunnen doen zijn de Grijpgrage Handen. De structuur van onszelf en van ons geld is zodanig dat het de mensen voortdurend in verleiding brengt om ernaar te pakken. Er zijn twee manieren: legaal en illegaal. Illegaal noemen we diefstal. Legaal is: speculeren, bemiddelen, diensten verlenen, handig zaken doen, creatief boekhouden. Of zoals een jonge crimineel het uitdrukte: We doen eigenlijk precies hetzelfde. Het enige verschil is dat ik er wél voor in de gevangenis kom en zij niet. Plegers van vermogensdelicten zijn, aldus beschouwd, alleen maar zakenlieden die behept zijn met een zekere sociale onhandigheid.
Overdrijf ik ? Niet ik, maar de economen overdrijven - in kleinerende zin - wanneer ze het hebben over de winst"marges" van het bedrijfsleven. Uit goed ingelichte bron, zeg maar de ondernemers zelf, kan men echter vernemen dat (een groot gedeelte van) het bedrijfsleven bulkt van het geld. Niet alleen het bedrijfsleven. Toevallig ben ik ook een beetje bekend met de praktijken van juweliers. Hou me te goede: onder de maatschappelijke omstandigheden waaronder zij gedwongen zijn te opereren, kunnen er geen andere manieren bestaan om in leven te blijven. Wat moet je anders, als je hele inkomen gehaald moet worden uit de verkoop van enkele sieraden per week ? Het volgende dient dan ook niet om een bepaalde bevolkingsgroep te frustreren, maar om te illustreren hoe een en ander in zijn werk gaat. In het geval van de juwelenverkoper eenvoudig als volgt. Je koopt (onderdelen van) horloges in voor een tientje en je legt ze (na assemblage) in de etalage voor honderd. Je koopt ruwe gouden sieraden in voor honderd. Je werkt ze bij (braampjes eraf en zo) en je legt ze in de etalage voor duizend. Om nu een lang verhaal kort te maken: de winst"marge" van onze winkelier is bepaald niet marginaal te noemen. Ze bedraagt minimaal een faktor tien, duizend procent dus. Dergelijke "marges" zijn geen uitzonderlijk verschijnsel. Ga maar gewoon bij de horeca langs voor een biertje, of naar het eerste het beste restaurant, bij voorkeur in het buitenland en in vakantietijd. In het algemeen kan men stellen dat de meeste winst wordt gemaakt in branches waar de eindoverdracht van het produkt naar de consument plaats vindt. Dat zijn de plekken waar het geld aan zijn vet komt. Handel, horeca, winkelen, uitgaan, keukens en huizen. Vraag en aanbod op de vrije markt. Daar moet de volle mep worden binnengehaald. Dat gebeurt dan ook. En ik ben misschien wel de laatste die dat wil verhinderen.
Het probleem is ook niet dat de volle mep wordt binnengehaald. Het probleem is dat het geld vervolgens niet door wil stromen; het wil blijven hangen in het bovenste gedeelte van de produktielagen en het weigert om, een beetje soepel, zijn weg naar onder te vervolgen. Dit heeft tot gevolg dat, hoe verder naar onder, des te meer produktiegroepen te maken krijgen met geldgebrek. Bovendien zijn er allerlei parasieten die - al te vaak met succes - trachten zich ertussen te wringen, om "hun" aandeel binnen te slepen. Dit zijn de Grijpgrage Handen. Ze manifesteren zich als financiële dienstverleners, verzekeringsadviseurs, makelaars in onroerend goed. Maar ook als de leverancier van "gratis" voer aan een varkensboer, die - in ruil voor nog meer voer - alleen maar alle varkens wil hebben. Uitbuiting heet dat, in klassieke marxistische termen. En wie nou mocht denken dat ordinaire uitbuiting van de arbeidende klasse niet meer voorkomt, gaat zelf maar eens een tijdje ongeschoolde arbeid doen. Degenen die daar geen tijd voor willen vrijmaken, mag ik misschien verwijzen naar het bekende boek van Stella Braam: De Blinde vlek van Nederland. Na lezing van dit boek zou iedere nadere toelichting volkomen overbodig moeten zijn. Maar het is, zoals veel goede boeken, inmiddels alweer uit de handel genomen.
O ja, en dan de vervelendste parasieten van allemaal. De zogenaamde adviesbureaus. Ik maak ze mee aan de TU Delft. Ze hangen aan onze bedrijven als zuigvissen aan een haai. En laten enkel los om de stukken vlees te bemachtigen die de roofdieren op hun jacht verspillen. Voor deze adviseurs is niets te dol, niets te heilig. Ze schamen zich er zelfs niet voor om Oosterse godsdiensten te prostitueren bij het verkondigen van hun boodschap aan de mensheid. Je mag er toch echt niet aan denken: dat deze parasieten ook nog eens worden wedergeboren. Omdat het adviseurschap, volgens hun eigen zeggen, de hoogst bereikbare bestaansvorm is op aarde.

Vies van Werken

Ooit heb ik een
boek geschreven, met als titel "Waarom is de Wiskunde zo onwerkelijk". Een breed lezerspubliek is daar niet op af gekomen, maar dat had ik ook niet verwacht. Om te beginnen wilde ik mezelf bewijzen dat het met de huidige stand van de techniek mogelijk is om, zonder tussenkomst van een uitgever, een boek tot stand te brengen en "op de markt" te brengen. Nee, probeer het niet te kopen, want het is inmiddels alweer "uit de handel". Ik vertel dit verhaal alleen maar, omdat aan het uitbrengen van de bewuste tig exemplaren een kleine doch veelbetekenende gebeurtenis vooraf ging, die illustratief is voor ons hardnekkige maatschappelijk gedrag. Ik had een "recensent" uitgekozen om de proefdrukken na te kijken, een hoogleraar uit Delft, inmiddels met emeritaat: Arie van den Beukel. Ik weet nog precies wat zijn oordeel was over het hoofdstuk Funktioneren: Niet eens de moeite waard om over te praten. Laat ik het nu zelf, nog steeds, één van mijn beste stukken vinden ! Maar ik mocht inderdaad niet verwachten dat een vertegenwoordiger van de heersende klasse enige affiniteit zou kunnen tonen met geschriften die een reclame zijn voor het Denken met de Handen. En ook dit laatste boek zal inmiddels wel uit de handel zijn . . .
Gelezen in het TU Delft blad Delta, nummer 21 van 26-06-2003: Techniek en bètawetenschappen zijn altijd 'moeilijk' en 'saai' geweest. En slecht betaald ook. 'Why be a scientist, when you can be his boss ? ', zeggen ze in Amerika [ . . . ] Het consumentisme viert hoogtij. Elke behoefte-impuls moet in een oogwenk bevredigd worden. Met een muisklik, zapknop, mobieltje [ . . . ] Documentaire versus nieuwsflits. 'NRC Handelsblad' versus 'Spits'. Wiskunde versus bestuurskunde. [ . . . ] Zonder onze voortdurende toewijding zal techniek eenvoudig uit Nederland verdwijnen. "Eerst verplaatsen bedrijven hun research and development naar het buitenland en uiteindelijk worden we voor onze nutsvoorzieningen afhankelijk van de goedertierenheid van het buitenland." Zullen we na het zware handwerk ook het zware hoofdwerk liever aan gastarbeiders overlaten ? Of laten verdwijnen naar lage lonenlanden ?
Wat is het grote probleem ? Onze diepgewortelde afkeer van werken. En daarmee van de werkelijkheid zelf ! O, wat verklaart dit toch een hele hoop. Onze jacht op mooie baantjes, waarbij je lekker weinig hoeft te doen en toch een hoop geld verdient. Waarom iedereen gaat studeren en niemand meer iets met zijn handen wil doen. De schaamteloze manier waarop wij andere mensen voor ons het vuile werk laten opknappen. Ordinaire uitbuiting in glastuinbouw en kledingindustrie. Minachting voor de loodgieter en zijn vrouw. De lijst strekt zich uit tot in het oneindige. En er is eigenlijk al genoeg over geschreven. Begrijpen wij dan niet dat heel onze rijkdom, al ons geld, uitgerekend datgene wat wij in onze bekrompen materialistische levenshouding als het hoogste goed beschouwen, uiteindelijk niets anders is dan dit zweet, waar wij onze neus voor ophalen. Over tegenstrijdigheden (contradicties: Hegel / Marx) gesproken !
Ik herinner me een voorval in Eindhoven, toen ik nog student was. Op een avond zaten wij in ons favoriete café, toen een man van middelbare leeftijd de deur binnenkwam, innig gearmd met twee bloedmooie meiden. Mijn misprijzende blik kon hem niet zijn ontgaan, want hij mompelde zoiets als: Als iemand zijn hele leven hard gewerkt heeft, dan mag hij er toch eindelijk wel een keer van genieten. Waarop ik onmiddelijk reageerde met: heeft laten werken, zeker. Recht in de roos, kennelijk. Prompt stond hij op van zijn barkruk en verliet de zaak, samen met zijn vrouwelijke aanhang. De uitbater van ons stamcafé was er absoluut niet blij mee.

Valsche Munters

Ondanks het feit dat de gewone Europese munt niet wordt uitgedrukt in eenheden van transpiratie, hechten wij waarde aan onze Euro. Voor dit verschijnsel ben ik u nog steeds een verklaring schuldig. We hebben immers gezien dat de banken in staat zijn met een simpele pennestreek geld uit niets te scheppen. Het enig werkelijke geheim van de banken zit 'm dus in het verbijsterende gegeven dat ze mensen blijkbaar kunnen verplichten een waardevol goed aan de de bank in onderpand te geven, hun huis bijvoorbeeld, in ruil voor ongedekt geld. Voor dat ongedekte geld moeten ze dan ook nog "kosten" betalen. Ik moet de eerste bank nog vinden die zich vandaag de dag ook maar iets gelegen zou laten liggen aan een behoorlijke dienstverlening - ik bedoel hiermee een minimale hoeveelheid zweet - in ruil voor deze kosten. Bovendien moet er over het geleende bedrag ook nog eens rente worden betaald. Alsof het nog steeds om geld zou gaan wat door een waardevaste substantie, zoals goud, wordt gedekt. Terwijl we weten dat dit allang niet meer het geval is. Kortom, wordt het niet de hoogste tijd dat het meest absurde auteursrecht van al, het "recht" namelijk om ongedekt geld tegen betaling in licentie te geven, op de schop wordt genomen ? Immers, waarom is het uitgeven van waardeloos geld door een bank niet strafbaar en is het uitgeven van hetzelfde waardeloze geld door een particulier dat wel ? De huidige technologie biedt ons in ieder geval alle mogelijkheden tot het scheppen van alternatieven. Wat mankeert er aan de harde schijf in uw PC, om uw saldo en debet voortaan zelf bij te houden ? Wat mankeert er aan uw printer, om uw eigen bankbiljetjes te drukken ? De mensen zullen u betichten van valsemunterij. Maar doen de banken eigenlijk niet precies hetzelfde ?
Nee. Niets van dit alles. Ons geld, de Euro, is wel degelijk waardevol. Zolang tenminste iedereen zich houdt aan het "poldermodel". Een hoogst merkwaardig en tegennatuurlijk samenstel van regels, waarmee het in onze maatschappij iedere keer weer hangen en wurgen is, maar het kan onder de gegeven voorwaarden niet anders: om het huidige economische systeem in een wankel evenwicht te houden. Terloops hebben we ons al laten ontvallen dat de interest, de afdracht van rente, voor de bank het echte geld vertegenwoordigt. Alleen de interest is voor de bank interessant, niet de terugbetaling van de schuld. De waarde van ons geld wordt dus niet van te voren, maar achteraf bepaald: doordat er een boete op ligt om het te hebben. En om die boete op te kunnen brengen moet er werkelijk worden gezweet. Wanneer het alleen maar ging om aflossen van schuld, dan hoefde men verder niets te doen. Dit is geheel en al in overeenstemming met het eerder geconstateerde feit dat de interestvoet bij voorkeur zodanig is ingesteld dat daarmee de volledige hoofdsom nogmaals wordt geïncasseerd.
Omdat de interest in onze maatschappij het werkelijke geld vertegenwoordigt, komen we er niet onder uit: ons geld moet wel rentedragend zijn. Met andere woorden: ons conventionele geld zou volkomen waardeloos zijn zonder de rente. Nergens wordt een en ander treffender verteld dan in de parabel van de talenten. We lezen in de (Statenvertaling van de) Bijbel Mattheüs 25,14-30 het volgende. Degene die de vijf talenten ontvangen had dreef er handel mee en verdiende er vijf andere talenten bij. Evenzo degene die de twee talenten gekregen had. De interest is in beide gevallen dus exact gelijk aan de hoofdsom. En zo hoort het blijkbaar ook: Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht ! Iedereen weet dat het met degene die zijn ene talent in de grond begraven had minder goed afliep: Zo moest gij dan mijn geld den wisselaren gedaan hebben, en ik, komende, zou het mijne wedergenomen hebben met woeker .
Woeker: omdat ik maai, waar ik niet gezaaid heb (Mattheüs 25 vs.26). Dit is niet anders mogelijk, in samenlevingen waar een fundamentele minachting bestaat voor andermans arbeid. Andermans arbeid, die daarom dus onmogelijk kan fungeren als de waardeschepper van nature. Zolang wij zeggen dat we een huis gebouwd hebben, terwijl we in werkelijkheid dit huis voor ons hebben laten bouwen, zolang kunnen wij ons eigen geld niet drukken en moeten we naar de bank of iets dergelijks om onszelf op te zadelen met schuld tegen rente.

De Franse Methode

Illustratief in dit verband is de remedie welke door de Franse regering werd voorgesteld, teneinde een calamiteit als in de afgelopen zomer te voorkomen: duizenden bejaarde Fransen lieten toen het leven, vanwege de hitte. Dit zou niet gebeurd zijn als er maar extra geld beschikbaar geweest was voor de zorg, aldus luidt de redenering. De Franse regering stelt nu voor om alle ambtenaren op Tweede Pinksterdag (of Tweede Paasdag of Tweede Kerstdag) een dag te laten werken, voor niks, zonder dat ze ervoor betaald krijgen. Met het geld wat anders uitgegeven had moeten worden aan salarissen, kan dan de benodigde extra zorg worden bekostigd. Begrijpt u wel ? Nee, ik ook niet. Maar ik meende het toch echt goed te hebben verstaan. Dus niet het geld dat argeloze burgers door ambtenaren afhandig wordt gemaakt, ten behoeve van het zinloze re-circuleren van allerlei papieren zoals paspoorten. Maar het geld dat anders betaald had moeten worden aan salarissen.
Een alleszins ongebruikelijke redenering, vooral omdat hij riekt naar de waarheid. Want als de Franse ambtenaren, zoals gewoonlijk tijdens de talrijke feestdagen, thuis blijven zitten, dan komt er geen extra geld beschikbaar. Maar zodra ze gaan werken, zonder daarvoor een salaris te vragen, dan ontstaat er plotseling een heleboel extra geld. Het kan dus niet anders of dit geld wordt in het leven geroepen juist doordat rijks-ambtenaren dienst-uren gaan maken. Wat ik allang vermoedde is dus juist: er zijn plaatsen in de samenleving waar geld gewoon wordt uitgedeeld. En dat zijn plaatsen die in beslag worden genomen door rijks-ambtenaren. Wat bedoel ik hiermee ? Wel, de overheid maakt geld aan, volgens de Franse methode kennelijk uit het niets. En deelt het vervolgens uit, aan de ambtenaren namelijk. Met de woorden van Karl Marx [
2 ] : Zij weten dat niet, maar ze doen het.

==> Opheffingsuitverkoop

<== Wantoestanden