Oneindig in de fysica
Het is zeker beleefd om, in een wiskundeboek als dit, een wiskundige aan het
woord te laten, als het om kwesties gaat als het oneindigheidsbegrip [GG].
Echter wij hebben verkozen om in de eerste plaats te kijken naar wat de mensen
van het oneindige feitelijk, in de materiële werkelijkheid, kunnen waarnemen.
Niet wat zij ervan denken dus, maar wat zij ervan meten. Waarbij ervoor gewaakt
moet worden dat ons waarnemingsvermogen niet al bij voorbaat vertroebeld wordt
door het vooroordeel van mathematische theorievorming. De materiewetenschap
die ons bij uitstek iets te vertellen zou kunnen hebben, over het al dan niet
in de werkelijkheid voorkomen van dingen die oneindig zijn, is de natuurkunde.
In dit kader zijn uitspraken van natuurkundigen maatgevend. We citeren met
instemmimg Carl Friedrich von Weiszäcker :
"... daß ein Physiker überrasht sein sollte, wenn er Phänomene in
der Natur vorfände, in deren Beschreibung das Wort Unendlich nicht
durch das Wort sehr groß ersetzt werden dürfte." .
Oneindig is dus zeer groot. En wel zo groot dat "hoe groot precies" geen interessante
vraag is, althans niet voor een fysicus.