Overzicht   Volgende   Vorige

Inhoud

    Monetaire Visies

  1. Paard achter de wagen
  2. Duurzame Economie
  3. StaatsBemoeienis
  4. OverheidsGeld
  5. WaarWisseling
  6. GeldSchepping
  7. Stoffelijk Evenwicht
  8. Gelijk van het Genoeg
  9. Samenvatting
  10. Bronnen
Gedateerd maart 2003.

Monetaire Visies

Voor wie een indruk wil krijgen van de bewegingen die gaande zijn in de wereld van de alternatieve of complementaire geldsystemen, is het boek van
Bernard Lietaer, 'Het Geld van de Toekomst', een absolute aanrader. Op Internet is er wat dit onderwerp betreft trouwens onnoemelijk veel te vinden. Het is onbegonnen werk om te trachten alle zienswijzen met betrekking tot CC (: Complementary Currency) systemen op hun merites te beoordelen. Ik zal me beperken tot slechts een drietal theoretici op dit gebied, degenen namelijk van wie de gedachten het beste aansluiten op de eigen belevingswereld en van wie ik naar mijn gevoel dan ook het meeste heb geleerd. Dit zijn: Karl Marx, Silvio Gesell en E.C. Riegel. Geen van deze drie auteurs heeft mijn absolute voorkeur en geen van deze drie beschouw ik als onfeilbaar. Nogmaals: het gaat om de bal en niet om de man.

Paard achter de wagen

Aanstichter van de beweging van de zogenaamde Vrijgeld Economie is de reeds herhaaldelijk door mij genoemde
Silvio Gesell. Zijn boek De Natuurlijke Economische Orde, uit 1918, staat integraal op Internet. Ondanks zijn op het eerste gezicht vaak absurde denkbeelden, weet Gesell de lezer snel voor zich te winnen door zijn welbespraaktheid en zijn beeldend vermogen. Door nog al wat voorstanders van een alternatieve economische orde wordt Silvio Gesell beschouwd als de peetvader. Ik wil geen afbreuk doen aan de verdiensten van Gesell als eye opener voor vastgeroeste geesten.
De voornaamste betekenis van Silvio Gesell is, dat hij komt met een volstrekt originele verklaring voor de economische crisis. Volgens hem is de oorzaak gelegen in de fundamentele onevenwichtigheid, die eigen is aan de verhouding tussen Goederen en Geld. Het simpele gegeven namelijk dat goederen bederfelijk zijn en dus niet kunnen wachten om verkocht te worden, terwijl geld onbederfelijk is en dus onbeperkt kan wachten om te kopen. Een crisis ontstaat zodra het geld in staking gaat, zodra investeren niet méér oplevert dan oppotten. Door het laatste wordt ruilmiddel aan de markt onttrokken, hetgeen desastreus is. De remedie die door Gesell wordt voorgesteld is: de Goederen en het Geld een gelijke mate van bederfelijkheid te geven. Tot zover kan ik zeker met hem meegaan.
Vervolgens spant hij echter het paard achter de wagen. We zullen zodadelijk zien waarom. Gesell stelt voor om het geld te voorzien van de mogelijkheid om te bederven. Dit is zijn concept van het "rottende geld". Er staat een boete op het uit de circulatie houden, het stil laten liggen, het sparen van geld. Geld wordt onder het regime van Gesell's zogenaamde Vrijgeld Economie allengs minder waard als je het laat liggen. Dus is iedereen geneigd om zijn geld zo snel mogelijk te laten rollen. En om te zetten in goederen. Het valt niet te ontkennen dat een bepaald type economische crisis hiermee kan worden bezworen. Uiteraard laat de schrijver zich in zijn boek lyrisch uit over de economische voorspoed die door deze zogenaamde Vrijgeld Economie wordt teweeg gebracht.
Het is bepaald geen wonder dat het werk van Gesell het stempel draagt van de economische crises, die zo kenmerkend waren voor het Europa waarin hij leefde. Bezien echter vanuit de huidige economische situatie zijn deze overwegingen, van begin vorige eeuw, wel enigzins gedateerd. Gesell kon onmogelijk vermoeden dat het schrijnende gebrek aan goederen, onder eenzelfde kapitalistisch gesternte, kan omslaan in een tomeloze verspilling. Het is niet uitgesloten dat hij zelf nog posthuum heeft bijgedragen aan het Duitse Wirtschaftswunder. Maar toch, het idee van de huidige Westerse wegwerp-economie moet hem wel volkomen onwaarschijnlijk hebben toegeschenen. De tijden zijn volkomen veranderd, dat kan je wel zeggen. Je mag er in onze tijd van wegwerp-fototoestellen toch niet aan denken dat mensen nog meer troep gaan aanschaffen, alleen maar om van hun geld af te komen ? En dat ze voorraadkamers moeten gaan bouwen om nog meer spullen te kunnen herbergen. Nog meer eten dan hun buik vol. Om maar niet te spreken van nog veel grotere afvalstromen !
Ik had het over het paard achter de wagen spannen. Laten we het argument van Gesell nog eens van voren af aan bekijken. Het eigenlijke probleem bestaat namelijk hieruit dat Goederen en Geld met betrekking tot de eigenschap van het Bederven in een ongelijkwaardige verhouding tot elkaar staan. De oplossing kan dus twee kanten op: ontwaarden van geld of opwaarderen van goederen. Gesell zegt dat het tweede onmogelijk is. Maar is dit wel zo ? In onze moderne tijd, met zijn enorme technische mogelijkheden, is het helemaal niet zo absurd om te denken aan het tegenovergestelde van datgene wat door de VrijGeld economen wordt voorgesteld. Namelijk: niet ons geld laten "rotten", naar het voorbeeld van onze goederen, maar integendeel: onze goederen onbederfelijk maken, naar het voorbeeld van ons geld !

Duurzame Economie

Voor wie even nadenkt is het eigenlijk onbegrijpelijk dat een gedeelte van de milieubeweging zich achter de ideeën van Silvio Gesell heeft geschaard. Want hoe men het ook wendt of keert, deze opvattingen zijn ontsproten aan een voor-oorlogse crisis situatie. Waarin het probleem van de economie was dat er veel te weinig werd geconsumeerd. En waarin het probleem van de technologie was dat zij het probleem van de bederfelijkheid van goederen niet kon oplossen. Inmiddels zijn we meer dan een halve eeuw verder. De flexibiliteit van het kapitalisme blijkt uit het feit dat we nu zitten met een probleem van over-consumptie. Dat is de negatieve kant, een dwingende noodzaak om te komen tot vormen van consuminderen. Aan de positieve kant is er de technologische vooruitgang. Ik herinner me nog levendig, uit de tijd vlak na de oorlog, dat mijn moeder in de zomer eten begon in te slaan voor de winter. Het voedsel werd gekookt, werd vervolgens geschept in zogenaamde weckflessen (dat zijn glazen potten die luchtdicht kunnen worden afgesloten) en zo ging het dan de kelder in. In de winter werd af en toe een pot opengemaakt en de inhoud geconsumeerd. Maar dat is nu allemaal ouderwets. Technieken om groente en fruit "vers" te houden zijn zodanig verbeterd dat we nu het hele jaar door kunnen eten wat vroeger gebonden was aan het seizoen. De inzichten van Silvio Gesell zijn dus op twee punten gedateerd. Ten eerste kon hij niet vermoeden dat onder het kapitalisme een wegwerp-economie tot de mogelijkheden zou behoren. Ten tweede kon hij niet weten dat de technologie zich zodanig zou ontwikkelen dat het mogelijk is om goederen veel langer goed te houden (dan goed voor ons is ;-). Daarom is Gesell's voorstel tot het invoeren van liggeld (demurrage) gedateerd en kunnen we in plaats hiervan stellen dat er een andere, en betere, manier is om geld en goederen op voet van gelijkheid te brengen. We hebben het al gezegd: maak alle goed even onbederfelijk als het geld. Duurzaamheid.
Dit mes snijdt aan meerdere kanten. Om te beginnen is het natuurlijk vele malen vriendelijker voor het milieu dan het stimuleren van mensen om nog meer geld aan spullenboel uit te geven. Maar het lost ook nog een ander probleem op van de Geselliaanse economie. Bederfelijk geld zult u namelijk niet gaan sparen. De funktie van het geld als spaarmiddel is dus weggevallen. Er zal echter zeer spoedig een markt ontstaan van goederen die gespaard kunnen worden, bijvoorbeeld sieraden. En edele metalen, zoals bijvoorbeeld goud. En het zal niet lang duren of er komen certificaten in omloop die door goud worden gedekt. Ziedaar hoe, binnen afzienbare tijd, het goud-geld opnieuw de dienst zal gaan uitmaken, op de zwarte markt van onze alternatieve economie. De hele mallemolen waar deze VrijGeld economen vanaf dachten te komen, begint in de handen van de gewone mensen - niet onder de indruk van enige monetaire hervorming - spontaan weer opnieuw te draaien. Zo heel natuurlijk zal de Natuurlijke Economie niet blijken te zijn.

StaatsBemoeienis

Nog veel vreemder in de gedachtengang van Silvio Gesell is de rol die hij aan de Staat heeft toebedacht. In het
Voorwoord tot zijn boek laat de schrijver nog nadrukkelijk weten dat hij fel gekant is tegen bemoeienis van de Staat met het economische leven. Wij van onze kant kunnen het alleen maar hartgrondig eens zijn met dit standpunt. Vervolgens zijn echter de maatregelen die van Staatswege moeten worden genomen niet van de lucht. Zo eindigt deel 2, dat handelt over VrijLand, met een voorstel tot nationalisatie van al het land. En wie moet dat gaan doen ? Drie keer raden. De Staat ! Terwijl niemand ooit heeft aanschouwd dat rijksambtenaren vrijwillig afstand zouden doen van iets wat ze eenmaal in bezit hebben genomen. Terwille van het gewone volk zeker ! Heeft de Sovjet Unie ons niet geleerd hoe de vork werkelijk in de steel zit ? Het is toch zo simpel. Men kan natuurlijk niet door de Staat laten regelen dat er geen staatsgeleide economie komt. Net zomin als de Staat er voor zou kunnen zorgen dat de Staat vanzelf afsterft. Ambtenaren gedragen zich immers precies als gewone mensen. Als die eenmaal iets leuks in handen hebben, zoals geld of land of macht, dan geven ze het niet zo gemakkelijk meer af.
Maar toegegeven, zonder deze landhervorming, zonder dit idee van het VrijLand, hoe absurd de details ook zijn, zou Gesell's VrijGeld geen enkele kans maken. De clou is namelijk dat land een produktiemiddel is. En het geheim van produktiemiddelen is, dat ze meer opbrengen dan ze kosten. Tijdens het stukgaan maken ze hun bederf meer dan goed. Dit geldt wel in het bijzonder voor land, dat in principe, uiteraard, onverslijtbaar is. Hoe zou dit ooit kunnen passen bij een geldvorm die aan bederf onderhevig is ? Niet natuurlijk. Vandaar dat het land eerst aan de pariculiere eigendom, en daarmee aan de wet van vraag en aanbod, moet worden onttrokken. Vervolgens wordt al het land door de Staat uitgedeeld - geloof je het zelf - aan de moeders, naar rato van hun kindertal. Ik weet zeker dat de meeste moeders vandaag de dag geen flauw idee hebben hoe ze land moeten bewerken, maar nog afgezien daarvan. Dit is toch een puur ouderwets-communistisch uitgangspunt ? Ernstiger is dat deze hele landhervorming, onder werking van de krachten van een vrije economie - want dat was toch de bedoeling - binnen de korste keren vanzelf zal worden teruggedraaid. Het is dus nog allemaal verloren moeite geweest ook.
Lees nu vervolgens in deel 4 hoe Gesell denkt ook zijn VrijGeld in te voeren. Door middel van een Nationaal Bureau. Letterlijk wordt er gekopt: Hoe de Staat VrijGeld in omloop brengt. Jaja, zo veel en zo weinig als nodig is. Doet het een en ander niet sterk denken aan de manier waarop Amerika tegenwoordig zijn dollars in omloop brengt ? Zo weinig [ en vooral zo veel ] als maar nodig is ? Ook dit gaat dus niet werken. Een geldsysteem in handen van de Staat gaat namelijk never nooit goed werken. Ik zal zodadelijk een andere auteur aanvoeren, die hierover uitgesproken ideeën naar voren heeft gebracht: E.C. Riegel.
Tenslotte wordt door Silvio Gesell gevraagd naar de mening van - uiteraard fictieve - deelnemers aan de Vrijgeld Economie. Wat iedereen er van vindt dus. Om de praat aan te horen van degenen die om een mening gevraagd worden, is eigenlijk niet zo interessant. Want de uitkomst van dit onderzoek staat al bij voorbaat vast: iedereen vindt het allemaal prachtig, met uitzondering van de parasieten, waar ook Gesell een hekel aan heeft. Maar ik had al direkt zo mijn bedenkingen. Naar de mening van welke personen wordt namelijk niet gevraagd ? Mensen zoals de boer, de mijnwerker en de arbeider in de fabriek. Lees maar, zij komen totaal niet aan bod. Degenen die het eigenlijke werk doen, vallen buiten het gezichtsveld. Zij die, helemaal onderaan, de welvaart van de mensheid op hun schouders torsen, zijn kennelijk voor deze monetarist niet interessant. Hij heeft enkel oog voor de distributie-sector. Dat goederen eerst verworven en verwerkt moeten worden, alvorens te kunnen worden verhandeld, is slechts een nare bijkomstigheid. Geen wonder dus dat het VrijGeld onbekend is met - en zelfs vijandig staat tot - het idee van een intrinsieke waarde.

OverheidsGeld

Precies zoals bij Silvio Gesell draagt het werk van
E.C. Riegel de sporen van de economische crises uit de 20e eeuw. Ook hij probeert een definieve oplossing aan te dragen. Riegel is dus een crisis-econoom, precies zoals Silvio Gesell, en Karl Marx trouwens ook.
Aan Riegel is het te danken dat we de beschikking kunnen hebben over wellicht de duidelijkste definitie van geld in de hele economische litteratuur. Hij is ook een van de weinigen die inzichtelijk maakt waarom geld noodzakelijkerwijs wel moet ontstaan in een zich ontwikkelende economie. Volgens Riegel wordt het wezen van het geld gedefinieerd als split barter. Zo bondig kan ik het in het Nederlands niet zeggen: de in twee stukken uiteen geplaatste ruilhandeling ? Voorbeeld. De werking van het geld bestaat hierin dat je een auto niet behoeft te ruilen tegen een equivalent aan aardappelen. Want dit zou betekenen dat de autohandelaar nooit meer bijgegeten komt. Tegen die tijd zullen ze trouwens ook niet vers meer zijn. De tussenkomst van het geld stelt met name de verkoper in staat zijn consumptie uit te stellen, tot op het moment dat het hem van pas komt om, op zijn beurt, als koper op te treden. Het geld is het middel om een tijdsvertraging in te kunnen bouwen bij ruilhandel, zodat je iedere keer over verse spullen kunt beschikken. Bovendien is het geld veel eenvoudiger in stukjes en beetjes te verdelen als wanneer je hetzelfde zou moeten doen met goederen. Stel je voor: een auto tegen een paard, twee varkens, vijf kippen en twintig meloenen. Riegel legt uit dat specialisatie van de produktie, met name de massaproduktie, om deze reden eenvoudig niet kan werken zonder geld. Oorzaak van het ontstaan van geld is dus de specialisatie van de produktie.
Bijzonder knap is Riegel's analyse van de vervlochtenheid van de Staat met het geldsysteem, en de gevolgen daarvan. Hij kritiseert scherp de Federale Overheid in Amerika en zegt het zonder omhaal: dat de geldschepping in handen is van de Staat, kan op den duur in niets anders resulteren dan Communisme of Fascisme. De mensheid kan dus kiezen: tussen een nieuwe Stalin of een nieuwe Hitler. Zonder twijfel is deze gedachte ingegeven door de ervaringen van de tweede wereldoorlog (: het boek is van 1944). Maar dit maakt de konklusie daarom niet minder juist. De verklaring is schokkend in zijn eenvoud. Geld wordt door de overheid geschapen. Maar geld kan nu eenmaal niet worden geschapen zonder dat er iets wordt gekocht. Er zijn twee mogelijkheden. De eerste is dat de overheid tevens gaat optreden als producent en binnendringt in het bedrijfsleven. Dan is de zaak voor elkaar, want dan kan de overheid zijn eigen spullen kopen. Dit is de oplossing van de staatsgeleide economie. Kortweg: het Communisme. De andere oplossing is dat de overheid zelf niets produceert, maar nietteming gedwongen wordt om zeer veel van bepaalde goederen in te kopen. Zoveel namelijk als nodig is om de ogenschijnlijk uit het niets geproduceerde, doch enorme hoeveelheden fiat geld van een zakelijke dekking te voorzien. Deze natuurlijke drang naar consumptie zal op den duur zo buitensporig groot worden, dat er alleen aan kan worden voldaan door de meest kostbare - en zinloze - consumptie die er bestaat: bewapening. Omdat al die wapens bovendien werkelijk moeten worden "opgemaakt", heerst er binnen de Staat die de dollars levert een voortdurend geilen op dood en verderf. De Staat is oorlogszuchtig. En de samenleving krijgt er een klap van mee. Niets is toch spannender dan elke avond een film die gaat over moord en doodslag ? En computerspellen waarbij het bloed van het scherm druipt ? Hou het volk koest met Panes et Circenses (: brood en spelen), dat wisten de Romeinen al. Dit is dus de tweede oplossing, in plaats van het Communisme: het Fascisme.
De macht van het Geld in combinatie met de macht van de Staat is dus de meest ongewenste combinatie die er bestaat. De situatie wordt nog ernstiger als men beseft dat er is feitelijk nog maar één Natie op aarde is die de wereld geld verschaft. Een Natie die zeker niet communistisch is. Ergo .. ? Hoe griezelig juist is Riegel's analyse van toepassing op onze tijd !

WaarWisseling

Ergens in de jaren 70 herlas ik enkele gedeelten uit
Het Kapitaal van Karl Marx [ 2 ] . Het kwam mij voor dat er een parallel moest bestaan tussen de analyse van de Waar en de analyse van de Arbeid. De eerste mondt uit in de bekende formule W - G - W . De laatste heb ik zelf anders en elders nader uitgewerkt. Dit resulteerde in een geheel analoge formule: W - A - W ; het is alleen maar wonderlijk dat Karl Marx niet zelf op het idee gekomen is. Ik heb de analyse later opgenomen in hoofdstuk 4 van mijn boek over hoe de wiskunde aan de wereld vastzit, of niet. De lezer wordt uitgenodigd om serieus kennis te nemen van beide resultaten, alvorens verder te lezen. Ik zal het een en ander namelijk slechts kort samenvatten hier.
In de formule van Karl Marx staat W voor de (handels)Waar en G voor het Geld. Alle warenhandel wordt gekarakteriseerd door een proces waarbij waren W worden vervangen door geld G (verkoop), waarna het geld G weer vervangen wordt door waren W (koop). In de formule van mijzelf staat W voor dezelfde waar. Echter deze W is nu nog geen handelswaar, omdat we ons bevinden, niet op de markt, maar in de fabriek. Tijdens de fabricage worden grondstoffen W door de inwerking van arbeid A verwerkt tot produkten W. We hebben dus aan de ene kant de verwerving en verwerking van grondstoffen tot produkten, beschreven door de formule W - A - W . Aan de andere kant hebben we de distributie van produkten, de handel, beschreven door de formule W - G - W . Op grond van de in het oog springende gelijkenis tussen deze twee formules konkludeerde ik destijds ietwat overhaast tot de gelijkwaardigheid van Geld en Arbeid(stijd). We zullen nu iets voorzichtiger te werk gaan.
Om te beginnen moeten we namelijk expliciet maken hoe de cyclus van de fabriek W-A-W vastzit aan de cyclus van de handel W-G-W . Dit is vrij eenvoudig. Het resultaat van de fabrikage is namelijk W, dat is de laatste schakel in W-A-W . Deze waar W komt op de markt en wordt verkocht, is dus tevens de eerste schakel in de cyclus W-G-W . De totale gedaanteverwisseling ziet er dus uit als: W - A - W - G - W .
In woorden: grondstoffen worden door middel van Arbeidsduur verwerkt tot produkten; deze waren worden op de markt verkocht tegen Geld, waarna het geld besteed wordt aan nieuwe grondstoffen. Dat wij hier de term grondstoffen gebruiken in plaats van produkten is opzettelijk. De waren W aan het eind van de keten W-A-W-G-W dienen namelijk voor consumptie. Consumptie-artikelen zijn erop gemaakt om verteerd - vernietigd - te worden. Maar, ingebed in de natuurlijke ordening, is deze vernietiging nooit zinloos. Een arbeider die een boterham verteert, ontleent daaraan juist zijn energie om wederom Arbeid te verrichten; dit is het proces W-A aan het begin van de keten. Met andere woorden, de consumptie-artikelen W aan het eind van de keten zijn identiek aan de grondstoffen W aan het begin van de keten. Deze identificatie maakt de keten W-A-W-G-W tot een echte kringloop. We dopen deze ontdekking met de naam: WaarWisseling, bedoeld als economische analogie van het begrip StofWisseling. In beeld:
         G
        / \
       W   W
        \ /
         A

GeldSchepping

Tot zover niets dan lof over E.C. Riegel. Waar gaat deze econoom dan toch de mist in ? Niet op het moment dat hij verklaart dat de koper, dus niet de verkoper, geldschepper is. Maar vlak daarna. Er wordt door Riegel gesteld dat geld ontstaat op het moment dat de koper een cheque uitschrijft, op het moment van betaling. Bijna goed ! Dus fout ! Waarom fout ? Wel, om een aantal redenen. In de moderne economie is het heel gewoon dat de verkoop niet het uiteindelijke punt is waarop koper en verkoper elkaar ontmoeten. Niet goed, geld terug. Binnen een week ruilen met bon. Er staat meestal een jaar garantie op duurdere artikelen. Dit betekent dat het eenmaal betaalde geldbedrag binnen afzienbare tijd nog kan worden teruggevorderd. Het geld is dus niet definitief overgemaakt, maar slechts voorlopig. Dit lijkt slechts een klein detail, maar dat is het niet. Wanneer breekt namelijk het moment aan dat het gekochte goed hoe dan ook niet meer terug te brengen is ? Wanneer is er geen "geld terug" meer mogelijk ? Op het moment dat de garantietermijn verstreken is. Op het moment dat de verzekering niet meer uitkeert. Op het moment dat het huis door de bank niet langer wordt beschouwd als een geldig onderpand. Kort en goed, nadat de termijn verlopen is waarna de verkoper niet langer in kan staan voor de levensduur van het produkt. We zijn er bijna. Niet op het moment van de verkoop, maar op het moment van de consumptie van het artikel wordt in werkelijkheid geld geschapen. Nog iets sterker uitgedrukt: geldschepping vindt plaats op het moment dat een goed wordt vernietigd. Pas wanneer een mens zich schuldig maakt aan de ondergang van een produkt, ontstaat er debetgeld. Pas dan is het geld namelijk volledig en onherroepelijk in de plaats gekomen van het goed. Eerder niet. Dit is waarlijk een klein detail met grote gevolgen.
Om te beginnen wordt nu nog duidelijker zichtbaar dat inderdaad de werkelijke consumptie van wapens, dus niet alleen de aankoop ervan, dus inderdaad oorlog, noodzakelijk is voor rugdekking van de GOD van deze wereld: Geef Ons Dollars. En verder wordt hoe langer hoe duidelijker dat de overeenstemming van de Rente TermijnStructuur met exponentiële vervalcurven -
de krommen des Doods - absoluut niet berust op de een of andere betreurenswaardige toevalligheid. Nee, de Dood zit diep ingebakken, in de natuur van ons Geld. Maar laat ons een eind maken aan deze deprimerende beschouwingen, voordat zij een eind maken aan ons. De opbeurende gedachte is dat de dood, als het goed is, deel uitmaakt van een andere kringloop: die van het Leven.
Cruciaal voor de theorie van de geldschepping is het gedeelte in de WaarWisseling waar het einde terug overgaat in het begin: de waar die van produkt A-W getransformeerd wordt naar koopwaar W-G. We zien het produkt hierbij volledig verdwijnen. Dit klopt ook, want het is na de verkoop bezig geconsumeerd te worden. De vernietiging van het produkt vindt vervolgens zijn weerslag in het onstaan van Geld, waardoor de verkoper de beschikking krijgt over produkten die zullen worden prijsgegeven aan zijn proces van consumeren. Het Geld komt dus altijd en eeuwig tevoorschijn aan de consumptie-zijde van de WaarWisseling. Dit is heel natuurlijk. Even natuurlijk als het sterven van oude mensen en het geboren worden van jonge kinderen. Het geld maakt op deze manier deel uit van de cyclus van leven en dood in onze maatschappij. Door de economie wordt noodzakelijkerwijs de loop der dingen nagebootst, zoals in de natuur zelf. Het Geld fungeert als uitdrukking van het Grote Consumeren, zoals in de natuur een roofdier dat doet. Niet slecht, niet goed. Maar we moeten dit roofdier wel zien te temmen, voordat het ons allemaal heeft opgevroten.

Stoffelijk Evenwicht

Tot nu toe is de nadruk gelegd op de rol van het geld binnen de WaarWisseling. Dit werkstuk gaat tenslotte geheel over Geld. Toch het is zinvol om de aandacht een ogenblik te verleggen naar de toestand van de Waren. In mijn theorie over
FUNKTIONEREN is het voorbeeld aangehaald van het draaien van metalen onderdelen op een draaibank. Ik kwam daar tot de volgende analogie van een chemische reaktie tussen de betrokken stoffen:

arbeider + draaibank + voeding en onderhoud + ruw materiaal  ==>  vermoeide arbeider + gesleten draaibank + beider afval + produkt

En ik wekte de indruk dat deze beschrijving wel volledig zou zijn. Zijn we wat vergeten dan ? Ongetwijfeld ! Er komen heel wat kostenposten om de hoek kijken bij het produceren van goederen voor de markt. Om een zijstraat te noemen. Ook investeringen die in de toekomst nodig zijn om hele fabriekshallen te vervangen behoren bij de kosten, die uiteindelijk verwerkt zullen worden in de kostprijs van het produkt.
Om nu in te zien hoe de chemische reaktie tussen de waren samenhangt met de WaarWisseling, moeten we het verhaal van de produktie op de draaibank iets abstrakter opschrijven. Zakelijk beschouwd wordt slechts de ene verzameling waren, de grondstoffen, omgezet in de andere verzameling waren, de produkten. Noem de grondstoffen W1 en noem de produkten W2, dan is:

     W1 ===> W2
Voor de volledigheid kunnen we hierbij de geest zetten waardoor de hele zaak uit de fles komt: de arbeid of abstrakte arbeidstijd, de duur(te) van de Arbeid:
     W1 ===> W2
         A
Maar inmiddels hebben we de beschikking over de volledige WaarWisseling:
         G
        / \
       W   W
        \ /
         A
Als we deze WaarWisseling een ogenblik bevroren denken in de tijd, dan is het geheel op te vatten als een chemische reaktie, en wel in het bijzonder als een chemische evenwichtsreaktie:
              
          G
     W1 <===> W2
          A
Hierin wordt de voorwaartse richting, van grondstof naar produkt, in gang gezet door de Arbeid en de weg terug, van produkt opnieuw naar de grondstoffen, door het Geld. Logisch eigenlijk, want we hebben dit geld in ieder geval nodig om onze materialen, machines en arbeidskrachten terug in te kopen. Dit geld vindt zijn eindbestemming in het terug aanschaffen van alle grondstoffen die bij het produceren geconsumeerd zijn. Opdat het hele proces zich tot in lengte van dagen kan blijven herhalen.

Gelijk van het Genoeg

Het geld dient dus in eerste instantie om de voortdurende consumptie te betalen die voor een voortdurende produktie van onze marktwaar noodzakelijk is. Stel nu - het denkbeeldige geval - dat we op onze produkten helemaal geen winst zouden maken, dan zou de prijs van alle produkten gelijk zijn aan de kostprijs. Dit zou betekenen dat we in staat zouden zijn tot niets anders dan: iedere keer reproduceren van onze marktwaar. Materieel gezien niets anders dan een continu draaiende machine die produkten levert voor consumptie. Geldelijk gezien niets anders dan een zero sum game: het geld wat er uit komt gaat er ook allemaal weer in. Of dit nu een wenselijke situatie is of niet. Hiermee hebben we wel een verfijning aangebracht in de theorie van Riegel, waar hij schrijft over de vernietiging van het geld.
We hebben reeds gezien dat scheppen van het vulpen-geld (fountain pen money) van Riegel eigenlijk pas plaats vindt op het moment dat het gekochte goed wordt geconsumeerd. Maar afgezien van deze korrektie, laten we Riegel's gedachtengang even blijven volgen. Riegel zegt in zijn Geld van de Vrije Onderneming dat geld geschapen wordt door een schuld aan te gaan en dat geld vernietigd wordt door een schuld af te lossen. We zagen dat de schuld pas definitief en onherroepelijk wordt aangegaan zodra het gekochte goed wordt opgegeten. Maar hoe zit het met het aflossen van deze schuld ? De noodzakelijke verfijning op Riegel's theorie kan nergens anders worden gevonden dan in de chemische evenwichtsreaktie van de WaarWisseling, maar dan precies de andere kant uit. De schuld wordt kennelijk afgelost door het verkochte goed gewoon opnieuw te maken. Op soortgelijke manier als een geleend pak suiker wordt vergoed door een nieuw pak van dezelfde soort terug te geven. Met andere woorden: geld wordt geschapen indien goederen worden geconsumeerd en er wordt geld vernietigd indien opnieuw dezelfde soort goederen worden geproduceerd. Dit is de levensopdracht van het Geld. Niet om te lopen graaien en meer te eten dan zijn buik vol, maar om een heldhaftige dood te sterven, opdat de goederen tot nieuw leven worden gewekt.
In Das Kapital [
2 ] wordt alles over het geld in verband met de industriële produktie, ook Kapitaal genoemd, uitgebreid beschreven. Ik ben absoluut niet van plan om dit werk hier over te gaan doen. Mijns inziens zou ieder beschaafd mens althans een gedeelte van dit boek gelezen moeten hebben. En o ja. Degenen die van mening zijn dat het allemaal achterhaald is, en dat uitbuiting van de werkende klasse op onze Nederlandse situatie niet meer van toepassing is, deze simpele zielen moet ik helaas teleurstellen. Ik zou zeggen, wees dapper en neem zelf eens de proef op de som. Doe u voor als ongeschoolde en klop aan bij het eerste het beste UitzendBureau. U zult er vervolgens van versteld staan wat voor slecht betaalde slavenarbeid u te doen krijgt. Ooit wel eens op een dag, met de hand, 1500 kopschotels in elkaar moeten zetten à raison van 5 Euro bruto per uur ? En dan praat ik niet eens over wat we uitbesteden: textielarbeidsters in Mauritius, die het volledige produktaanbod van onze Hema voor hun rekening nemen. En van hun loon niet eens een brood en een pak maandverband kunnen betalen. Maar ach, wat doe ik een moeite. Alsof iemand ter wereld onze blanke luxe kantoor-watjes enig respect zou kunnen bijbrengen, voor mensen die op het eind van de dag in ieder geval kunnen zeggen dat zij met eerlijk hard werken hun brood verdiend hebben. Nee, het staat nog steeds buiten kijf dat ons Geld een geewhonger heeft naar steeds meer Geld, eerst en vooral ten koste van de mensen die het echte werk moeten doen. Onder deze barbaarse omstandigheden staat het opperen van, al was het alleen maar de mogelijkheid tot vrijwillige euthanasie van het Geld, ter wille van de Arbeid, gelijk aan een poging tot - hebben we keus - moord of zelfmoord ?

==> Wantoestanden

<== Rente door Afschrijving