In gewoon nederlands staat er:
Wat denkt men van de volgende "toevallige" analogie.
Voor de elementen van een willekeurige verzameling geldt:
Werkdefinitie:
Zij $A$ een zaak of ding. Men noemt $x, y, z, ...$ elementen van $A$ ,
met andere woorden $A$ is een verzameling $\{x, y, z, ....\}$, indien
voldaan is aan het volgende pakket van eisen:
$$ x \neq \emptyset $$
$$ ( x \neq y ) \Rightarrow (( x \cap y) = \emptyset ) $$
$$ \bigcup_x = A $$
En nu komt het! Wij zetten hier de element-notatie in : $x \in A$ .
Met andere woorden: "klassen" zijn identiek aan elementen. Er is geen enkele fysische reden om er een dubbel stel begrippen op na te houden. Deze theorie is ook holistisch. Ze werkt "top down". Ze gaat uit van de zaak als geheel en komt pas na een opdeling daarvan tot het elementbegrip, en daarmee tot de eigenlijke verzamelingenleer. Maar we hoeven ons niets te verbeelden; dit wordt hoogstens één van de inmiddels vele set theories. Sterker nog. Zelf hebben we een Implementeerbare Verzamelingenleer geformuleerd die op werkelijk alle fronten verschilt van de verzamelingenleer in dit hoofdstuk.
De allereerste stelling die te bewijzen valt in onze nieuwe verzamelingenleer
is die van "transitiviteit": dat elementen deel uitmaken van de zaak.
Stelling: $(a \in A) \Rightarrow (a \subset A) $ .
Bewijs: $ a \cap A = a \cap ( \bigcup_x )
= ( a \cap a ) \cup ( a \cap x ) \cup ( a \cap y ) ... $
$ = a \cup \emptyset \cup \emptyset ... $
$ = a $
Dus: $ a \cap A = a $ . En dit is hetzelfde als $ a \subset A $. QED .
Wanneer het zo is dat in de logika der atoomfysika de distributieve wet niet
opgaat, dan kan bovenstaand bewijs dus niet geleverd worden. Dit terzijde.
"Wezenlijk voor de verzamelingenleer is het onderscheid tussen verzameling en
element. Verwar nooit $\in$ en $\subset$ ; $a$ en $\{a\}$".
Men treft een zinsnede
van deze strekking aan in de eerste hoofdstukken van menig wiskunde leerboek
[vanLint].
Maar ik zou eigenlijk wel eens willen weten op grond waarvan dat zo zou zijn.
Anders gesteld: wat is materieel gezien dan het verschil tussen een
"los" element $a$ en de verzameling $\{a\}$ die dat element als enige bevat?
Bestaat $\{a\}$ misschien uit méér dan uitsluitend $a$ ?
Het antwoord is: nee. Wordt $a$ misschien anders zodra hetzelfde ding wordt
aangeduid met twee accoulades er omheen? Ik kan me het nauwelijks voorstellen.
Materieel gezien is er dus wel degelijk sprake van "verwarring", een verwarring
die alleen maar groter lijkt te worden naarmate men beter over deze dingen gaat
nadenken. Wat sommige wiskundigen zo gemakkelijk onze "verwarring" noemen, zou
wel eens niets anders kunnen zijn dan: alleszins gerechtvaardigde twijfel. In
onze top down versie van de verzamelingenleer kan men inderdaad zonder
veel omhaal stellen dat, voor alle $a$: $$\{a\} = a$$
De "gewone" verzamelingenleer
wordt opgetrokken vanuit het begrip "element". Men gaat er
bij voorbaat van uit dat iedere zaak een ondeelbaar geheel, een punt, ofwel een
samenraapsel van ondeelbare delen, van punten is. Feitelijk poneert men daarmee
een fysische hypothese, namelijk dat bepaalde delen elementair en andere delen
niet elementair zouden zijn, en dat zoiets in de werkelijkheid zou overeenkomen
met een waarneembaar onderscheid. Primitieve atoomtheorie in de zin van Epicurus.
Dat er "echte elementen" in de natuur bestaan, moet men eerst maar eens zien te
bewijzen. Tot nu toe zijn alle elementen steeds weer opnieuw deelbaar gebleken.
Deze kritiek op de verzamelingenleer betreft het "elementalisme" (: terminologie
is afkomstig van Alfred Korzybski [Sanity]).
Wanneer $a$ een element is van $A$, dan is het natuurkundig zeer zeker ook zo
dat $a$ deel(verzameling) is van $A$. Men kan hoogstens konstateren dat "element
zijn van" $\in$ een meer specifieke betekenis zal hebben dan "deel zijn van"
$\subset$. Voor een fysisch verantwoorde opzet van de verzamelingenleer is het
dan ook nodig, en voldoende, om het idee "deel zijn van" $\subset$ op te vatten
als grondgedachte, en "element zijn van" $\in$ later, als een speciaal geval
hiervan, in te voeren.
Met andere woorden: verzamelingen zijn in de werkelijkheid altijd "transitief". Uit $a \in A$ volgt altijd en overal dat ook $a \subset A$ . Elementen zijn slechts een bijzonder soort van deelverzamelingen.
Wanneer men van de eerste schrik is bekomen, dan is het wellicht nuttig om alvast enige konsekwenties van de alternatieve opvatting op een rij te zetten: