Overzicht Volgende
Inhoud
Geld
- Het Probleem
- De Dingen de Baas
- De ErfZonde
- Val van de Muur
- Samenvatting
- Bronnen
Gedateerd februari 2003.
Geld
Minister Heinsbroek, van de LPF (Lijst Pim Fortuyn), kersvers en onbevangen als
hij was, heeft al meteen bij zijn aantreden een schokkende ontdekking gedaan.
Het blijkt namelijk dat de verschillende departementen over het algemeen weinig
in de pap te brokken hebben. In feite wordt de dienst uitgemaakt door slechts
één departement: het oppermachtige Ministerie van Financiën.
Onder het motto: wie het geld te verdelen heeft, maakt ook uit hoe het besteed
dient te worden.
Het Probleem
Gesolliciteerd op een advertentie onder vac.nr. [ ... ],
Ministerie van Onderwijs (,Cultuur) en
Wetenschap(pen). Naar aanleiding van uw sollicitatie naar de functie
van beleidsmedewerker natuurwetenschappen [ ... ] nodig ik u hierbij uit voor
een oriënterend onderhoud op woensdag 19 mei 1982 om 15.00 uur
Dat was nog in het oude gebouw, Thorbeckelaan 360 kamer 518 te 's-Gravenhage,
voordat de appartementen in Zoetermeer werden betrokken.
Hoe gaat het tijdens een sollicitatiegesprek. Je probeert over en weer te weten
te komen wat je voor elkaar kunt betekenen, nietwaar ? Niet waar ! Na een uur
praten was ik er nog steeds niet achter wat ik me nu konkreet bij deze funktie
zou moeten voorstellen. Tot op een gegeven moment de gespreksleider zijn
geduld verloor. Ik weet het nog heel precies: Nu moet u eens goed luisteren,
meneer de Bruijn. Er ligt daar bij het ministerie van Financiën een enorme
berg met geld. Daarvan moet u een zo groot mogelijk deel richting
Onderwijs en Wetenschappen zien te halen. En hij maakte een grote
graaibeweging met beide handen. Ja, zei ik, nu is het me,
eindelijk, volkomen duidelijk ... Het einde van deze sollicitatieprocedure
laat zich gemakkelijk raden:
In vervolg op ons gesprek [ ... ] moet ik u berichten dat de keuze helaas niet
op u is gevallen.
Dit was 1982. Moet het nog twintig jaar duren voordat
het een keer in de krant komt: dat alles in dit land alleen maar draait om
de berg geld die bij het Ministerie van Financiën ligt ? Dit verklaart bij
nader inzien een heleboel namelijk ! Het verklaart waarom een kabinet Balkenende
zo sprekend leek op alle andere kabinetten die hun verkiezingsbeloften nooit
zijn nagekomen. Want al zouden ze het willen,
ze zouden het niet kunnen,
om de simpele reden dat zij niets te vertellen hebben. Het is eigenlijk heel
eenvoudig: niet de Mensen bepalen wat er met het geld gebeurt, maar het Geld
bepaalt wat er met de mensen gebeurt.
Wanneer men vervolgens moet vaststellen dat zeker meer dan 20 %
(twintig procent)
van de Nederlandse beroepsbevolking werkzaam is in de financiële en
zakelijke dienstverlening [ 1 ] ,
dan wordt de omvang duidelijk van de machtsconcentratie waar we hier
mee te maken hebben. Op dit moment is er, denk ik, geen belangrijker vraagstuk
in dit land, dan de kwestie hoe de alomtegenwoordige invloed van het geldwezen
kan worden ingedamd. Hoe kunnen we bereiken dat mensen weer geld gaan
verdienen om te leven, in plaats van dat zij alleen maar leven om geld
te verdienen ? De bedoeling van dit artikel is - naast een stukje bewustwording
voor mezelf - de verbeeldingskracht van progressief denkende mensen
te prikkelen. Het is namelijk maar zeer de vraag of veranderingen kunnen worden
ingezet indien partijen, ondanks alle goede bedoelingen, eenvoudig niet berekend
zijn op de verstikkende overmacht van de conglomeraten rondom het Ministerie
van Financiën.
De Dingen de Baas
De dode dingen lijken de baas, aldus Jan Pen in zijn boek
[ 5 ] op pagina 7.
Twee bladzijden verderop
doet Pen het mensbeeld van de traditionele economie uit de doeken. Volgens dit
beeld hebben mensen behoeften en zijn ze er op uit om deze behoeften "maximaal"
te bevredigen. Maar helaas zijn de middelen om onze behoeften te bevredigen in
menig opzicht "schaars". Daarom moeten er keuzes worden gemaakt. Mensen zijn
voortdurend in de weer met het maken van zulke keuzes. Ik denk dat zonder al
te grote verdraaiing van de bronnen gesteld mag
worden dat de mens hier naar voren treedt als een asociaal wezen. Met andere
woorden, het mensbeeld van de traditionele economie is een beeld van individuen
die voornamelijk bezig zijn met het maximaliseren van hun eigen, privé
welbevinden.
Onze correspondent in New York, Max Westerman, konstateert dat de bevolking
daar de hele dag bezig is met niets anders dan geld verdienen, making
money. En verder: de mensen hier zijn ongelofelijke egoïsten.
Het is eenvoudig in te zien dat het geld iets
is wat uit de aard van de zaak niet kan functioneren binnen de grenzen van de
individualiteit. Het heeft geen enkele zin om iemand die moederziel alleen in
de woestijn rondloopt, op zoek naar water, op te zadelen met geld. Geld is een
middel wat tussen mensen onderling circuleert, iets gemeenschappelijks,
van alle mensen samen. Dit betekent dat de mens als individu geen zeggenschap
kan uitoefenen over de bewegingen van het geld. Ook niet als hij president is
van de Nederlandse Bank. Wellink kan bezorgde geluiden laten horen over de op-
en neergaande bewegingen op de Beurs, maar hij kan er niets tegen ondernemen.
Ook de spelers op de Beurs zelf kunnen er niets aan doen. Doordat de mensen
zich tegenover het geld hebben opgesteld als individuen en niet als gemeenschap,
zijn ze de macht kwijtgeraakt over dit Maaksel van eigen handen. Daarom heeft
het Geld zich kunnen ontwikkelen als een soort van Persoonlijkheid, kompleet
met een eigen humeur en met een eigen gemoedstoestand: de Stemming op de
Beurs.
In het boek Luchtspiegelingen van de schrijver
Belcampo staat het surrealistische
verhaal De dingen de baas. Het verhaal gaat over dingen die de macht
van de mensen overnemen. Zoals lakens en dekens die je vast op bed houden,
kleren die niet aan willen, stoelen waar je niet meer op kunt gaan zitten.
Maar dit is allemaal verzinsel natuurlijk.
Allemaal verzinsel ? Hebt u dan wel eens goed gekeken naar de STER reclame ?
M&M's die in een bad chocola duiken, pleeborstels die praten. Stel je voor dat
mijn inlegkruisje zich niet lekker voelt ! Dat de man van Duijvis zichzelf
volkomen belachelijk
maakt deert hem niet eens, want niet hij, maar de borrelnootjes hebben het voor
het zeggen. De zaken zijn menselijk en de mensen zijn zakelijk geworden. Mensen
zijn zaken-mensen geworden. We moeten vooral zakelijk zijn. Er is niemand meer
die zegt dat we vooral menselijk moeten blijven. Zo ontwikkelt Nederland zich
in rap tempo tot een land waarin de enig mogelijke belangstelling zich afspeelt
in de financiële interesse-sfeer. En gevoelig betekent niet langer datgene
wat je bijvoorbeeld ervaart bij een innige omhelzing. Gevoelig betekent alleen
nog maar dat het Financieel Gevoelig ligt.
De dode dingen lijken de baas. Dat is een te optimistisch beeld.
De dode dingen zijn de baas.
De ErfZonde
Als het gaat om iemands vroege jeugd, dan kunnen in de regel alleen bepaalde
gebeurtenissen, namelijk die welke een diepe indruk hebben gemaakt, opnieuw
helder voor de geest worden gehaald. Eén van de dingen die ik nooit zal
vergeten
lijkt iets heel onnozels. Mijn moeder maakte op een gegeven moment een blik met
doperwten open. De lezer moet weten dat het vlak na de oorlog was. De meeste
kruidenierswaren werden los verkocht, in papieren zakken. "Canned food" was
nog niet zo lang geleden komen overwaaien uit de Verenigde Staten. Eten uit
blik was dus geen alledaags verschijnsel. Bovendien was het zo dat kinderen,
zoals ik, in die tijd weinig speelgoed hadden. We speelden met vrijwel alles
wat toevallig voorhanden was. Ik keek dus met een zekere verwachting naar
dat mooie glanzende blik. Het zou zeker voor mij bestemd zijn, zodra mama het
had leeggemaakt. Maar de droom viel in duigen, toen mama zei dat het lege blik
scherpe kanten had en gevaarlijk was voor kinderen. Tot mijn ontzetting ging
het de vuilnisbak in. Ik zie mezelf nog allerlei listen bedenken om het er
weer uit te halen. En u kunt het geloven of niet, vijftig jaar na dato vind
ik het nog steeds zonde om een leeg blik te moeten weggooien.
Nog niet zo lang geleden, om precies te zijn op donderdag 12 september 2002,
stond er een pagina-grote advertentie op de achterkant van de Metro:
Mijn 'oude' schoenen weggooien ? Dàt vind ik nou zonde !
Altijd weer blij mensen te ontmoeten die blijkbaar hetzelfde zondebesef
hebben. (Wat een heerlijke dubbele bodem in het Nederlandse woord zonde)
Een dergelijke advertentie is overigens uitzonderlijk. De momenten
waarop tegengas wordt gegeven aan onze wegwerp-maatschappij vallen in het niet,
vergeleken bij de reclame die daar dwars tegenin gaat. Goedkope frisdrank in
dure blikjes. Heel gewoon tegenwoordig.
Omdat alles wat duur is geld opbrengt en omdat alles om geld draait malen we er
niet om, dat na één of twee slokken een blikje Cola half vol wordt
weggegooid. Het heeft immers zijn geld opgebracht. En daar ging het toch om ?
Mooi niet, we komen er niet mee weg, zoals intussen iedereen zou kunnen weten.
De verpakking heeft weliswaar zijn geld opgebracht, de kringloop van het geld
mag dan wel gesloten zijn, maar intussen hebben we verzuimd de kringloop
van grondstoffen en produkten te sluiten. En dit is toch essentieel voor
een doelmatige economie. Wat ernstiger is, het nageslacht wordt opgezadeld met
de rommel die we maken. Wegwerpen is dus niet zomaar zonde, maar een zonde waar
degenen die na ons komen last van zullen hebben. Met andere woorden: de zonde
van de wegwerp-maatschappij is een erfzonde.
Als we het hebben over
doelmatigheid. Is het doelmatig om 150 ml van een goedkoop
pepermuntwatertje (Odol) te verpakken in een dikwandig porceleinen flesje, dat
qua produktiekosten vele malen duurder is ? Alleen om er in de winkel 5.75 Euro
voor te kunnen vragen. Want na gebruik is het flesje alleen maar goed voor de
weggooi. Voor een inhoud van nog geen 5 cent. Wie kan met droge ogen beweren
dat een dergelijke materiaal-, energie- en tijdverspilling efficiënt is ?
Val van de Muur
Steeds zijn er bewonderenswaardige mensen die het ondankbare werk op zich nemen
tot in de schijnbaar onbelangrijke details verslag te doen van wat zij in de
samenleving, in het hier en nu van hun eigen wereld, waarnemen. Blijkbaar in het
vaste vertrouwen dat deze feiten belangrijk zullen zijn voor degenen die na hen
komen. Inmiddels is de Berlijnse Muur gevallen en het verschijnsel Oostblok is
nu verleden tijd.
Maar hoe zouden we ooit lering kunnen trekken uit dit Grootste Maatschappelijke
Experiment aller tijden, als er geen boeken zouden zijn, zoals De Sovjet
Economie van Alec Nove, om al die details in terug te lezen, welke anders
aan de vergetelheid dreigen te worden prijsgegeven ? En de niet geleerde lessen
alsnog te kunnen leren !
Ook in de tijd van Leonid Breznjev was het al zo
dat wij, verwaten Westerlingen, die naar het Oostblok op vakantie gingen,
alles beter wisten dan de mensen achter het ijzeren gordijn.
En het was inderdaad niet zo moeilijk om, in de ervaringen die we daar opdeden,
bevestiging te vinden van alle vooroordelen die wij over het Communistische
Systeem hadden. Een niet gering aantal gemeenplaatsen zou men de revue kunnen
laten passeren. De evidente onvrijheid, die het
communisme in het Westen
zo gehaat maakte, is er één van. Aanzienlijk minder bekend zijn,
merkwaardigerwijs, de dingen waar de gewone Sovjet burger in zijn dagelijkse
leven veel meer last van had. Zoals de lange wachtrijen voor de winkels, gegeven
het feit dat de distributie-sector zo buitengewoon stroef draaide. Ik herinner
me dat, aan het eind van een lange rij gekomen, ons doodleuk werd meegedeeld
dat de sinaasappels nu op waren, maar dat er volgend jaar weer nieuwe kwamen.
Naast de nadelen heb ik echter ook voordelen ervaren. De totale
afwezigheid van commercie en reclame kan een ware verademing zijn. Het feit
dat er in het Staatscircus een prima ijsje te krijgen was zonder merknaam.
En in de winkels maar één soort jam, die echter uitstekend van
smaak was. Maar eigenlijk wil ik het daar allemaal niet meer over hebben. We
zijn het er in de grond van de zaak wel over eens, dat vijfjarenplannen gedoemd
zijn te mislukken. En de meesten van ons zouden niet willen leven
onder het verstikkende regime van een staatsgeleide economie.
Toch blijft de vraag, naar het precieze hoe en waarom van het mislukken
van de grote socialistische experimenten in het Oostblok. Als men wil voorkomen,
dat de globalisering van het huidige kapitalistische systeem zich blijvend kan
ontplooien als het enig mogelijke economische alternatief, dan is het zaak om
rekenschap af te leggen van alle destijds gemaakte fouten, teneinde
een herhaling van dit debacle in de toekomst te voorkomen.
Behalve het evidente aspect van de economische onvrijheid, moeten er een aantal
andere aspecten van de Sovjet Economie worden belicht, die nauwelijks onder de
aandacht zijn gekomen. Behalve de zaken die samenhangen met de plan-economie,
zijn er namelijk aspecten van puur monetaire aard. We vinden in
[ 6 ] onder de kop Bankwezen en Krediet het
volgende belangrijke detail: Het Sovjet-betaalmiddel is officiëel op
de gouden standaard gebaseerd. En, zoals we vervolgens kunnen lezen
in de paragraaf Kapitaalslasten: Afschrijving; Rente, ook het Sovjet
systeem kende het verschijnsel rente, compleet met een echte
rentevoet van 2 percent [ .. ] voor de kortlopende kredieten.
De vraag die in de Inleiding van het boek wordt gesteld, wanneer er
geen rente en geen pacht zouden bestaan, is dus in de praktijk niet
eens aan de orde gekomen. Hoezo socialistische economie ?