Bestaan Ufo's gewoon?

Naar aanleiding van "Bestaan ufo's gewoon?" in WEET nummer 33 (juni 2015) is er met de auteur van deze recensie (Gert-Jan van Heugten) een uitwisseling van gedachten geweest.
Onder het kopje "Weet Meer" bij het artikel treft men informatie aan, die kennelijk al eerder in WEET is gepubliceerd. Het zijn twee goed geschreven stukken (van Jan Rein de Wit), uitgebreider en mijns inziens beter onderbouwd dan bovengenoemde recensie: Zonder iemand te willen overhalen om in interstellaire reizen te geloven, hierbij toch wat nadere informatie, voornamelijk naar aanleiding van het verhaal in "Ufo’s gespot!".
Deze informatie is afkomstig - inderdaad - uit een boek over aliens en ufo's; maar eigenlijk is het geen science-fiction, eerder een utopisch boek. De Nederlandse titel luidt "Buitenaardse Beschaving", de Engelse titel: "Operation Survival Earth". De auteur, met pseudoniem Stefan Denaerde (= "Stef van de Aarde") behoort tot de maatschappelijke bovenklasse en is van huis uit een gelovige Rooms-Katholiek. Meer over het boek en de auteur (die in 1998 overleden is): Het boek is een bestseller geweest. De Engelstalige versie, echter niet zo authentiek als de oorspronkelijk Nederlandse, staat op (mijn website op) internet: Bij het boek horen twee filmpjes van een televisie uitzending: Ter zake nu wat betreft de "vliegende schotels". Het is ondoenlijk om alles wat hierover in (het laatste hoofdstuk van) het boek staat hier weer te geven. Voor wie het allemaal preciezer wil weten, het boek is nog steeds te koop bij "bol.com": Naar aanleiding van het verhaal in "Ufo’s gespot!". Laten we het zo zeggen: ik vind het heel knap van Jan Rein dat dat hij elk van de problemen waar ruimtereizigers tijdens de "Lastige Rit" mee te maken krijgen nauwkeurig weet te benoemen. Maar het is net zo knap dat Stefan Denaerde - of de aliens van Iarga, het is maar precies wat je wilt geloven - voor elk van deze problemen een passende oplossing naar voren weet te brengen. Reden waarom ik het nog even niet eens ben met de conclusie: "Interstellaire rit op lichtsnelheid is volgens de natuurwetten onmogelijk".
"Het zou dan als het ware een voortrazende, kleine, kunstmatige planeet moeten zijn." Jan Rein heeft het over een 400 meter brede schotel met een dikte van 50 meter. In het boek van Stefan Denaerde staat dat een schotel 250 meter in diameter is. Dat is geen orde van grootte ernaast! Zeker, zij gaan met zo'n schotel inderdaad niet landen, want dat zou een ravage aanrichten. In plaats daarvan gebruiken zij een, veel kleiner, landingsgestel (dat overigens nog steeds zo'n 80 meter in diameter is).
Uiteraard kunnen zulke grote interstellaire ruimteschepen niet werken met een raketvoorstuwing zoals wij die kennen. De aliens lossen het probleem op door massa niet uit te stoten, maar in een soort synchrotron "om te klappen" en te hergebruiken. Dit synchrotron is cirkelvormig; het verklaart de discusvorm van vliegende schotels. Natuurlijk wordt er ontzettend veel energie gebruikt. Af en toe moet er dus worden "bijgetankt". De brandstof is water - dit doet denken aan kernfusie. Ze zoeken dan ook telkens een natte planeet op. Er is geen gewichtsloosheid aan boord. Het ruimteschip versnelt of vertraagt "gewoon" met de versnelling van de zwaartekracht zoals die heerst op de moederplaneet.
Wat betreft het volume van het ruimteschip kennen we dus alleen de diameter, die ongeveer $250$ meter bedraagt. Aan de hand van de tekening achter in het boek, en het gegeven dat het landingsvaartuig een diameter van ongeveer $80$ meter heeft, kunnen we een schatting maken van de halve hoogte, zeg dat deze $80/5 = 16$ meter bedraagt. Beschouw de discus bij benadering als twee tegen elkaar geplakte kegels - met een inhoud volgens de wiskunde van elk gelijk aan grondoppervlak maal een derde van de hoogte - dan levert dit een half miljoen kunieke meter op, minder dan de $6$ miljoen kubieke meter van Jan Rein, maar toch aardig in dezelfde orde van grootte: $$ \mbox{Volume} = \frac{1}{4} \times \pi \times 250^2 \times \frac{1}{3} \times 16 \times 2 = 523.600 \; m^3 $$ Nemen we verder aan dat het gemiddelde soortelijk gewicht van de materialen aan boord dat van water is, dan krijgen we als massa 523.600 ton, dat is minder dan de twaalf miljoen ton van Jan Rein (hij neemt kennelijk een gemiddeld soortelijk gewicht van $2.000\; kg/m^3$) maar wederom in dezelfde orde van grootte. Laten we als compromis een waarde aanhouden van 1 miljoen ton $= 10^9 \, kg$ , wat nog steeds gigantisch is.

Vervolgens een project gestart om een en ander van getallen te voorzien: om te kijken of de informele redenering "dat het niet kan" stand houdt. Aanvankelijk gewoon met de wetten van Newton, maar dit bleek al heel gauw volkomen ontoereikend. En eindelijk hoor, na een heleboel dus foute eigen (Newtoniaanse) berekeningen, webpagina's waar gewoon kant en klaar alles te vinden is. Het gaat er maar om de juiste trefwoorden in te tikken:

De eerste treffers zijn al uitstekende referenties: Wat betreft de duur van de ruimtereis wordt de reiziger een handje geholpen door de relativiteitstheorie: vanaf de thuisplaneet gezien duurt de reis veel langer dan in de beleving van de reiziger zelf (dit is de beroemde Tweelingparadox): Citaat: "Een ruimtevaarder kan met een snelheid dicht bij de lichtsnelheid in principe bijvoorbeeld 100 lichtjaar afleggen en toch maar een jaar ouder worden." Dit maakt interstellaire reizen dus zeker mogelijk. Alleen wordt het erg problematisch om nog ooit terug naar huis te gaan, vanwege het leeftijdsverschil. Maar ik weet nog steeds niet of het allemaal wel kan; vooral brandstof is een probleem en zelfs de meest futuristische fantasie lijkt niet te helpen.

So far so good. Maar nu doet zich een eigenaardigheid voor. Omdat ik uit "Buitenaardse Beschaving" van onze grote vriend Stefan Denaerde gegevens wou halen wat betreft de "echte" specificaties van een "alien spaceship", kwamen bij nadere lezing een paar passages langs die ik tot nu toe niet goed had begrepen, maar die dank zij het lezen van dat andere boek

ineens wonderwel op hun plaats vallen. Maar eigenlijk "kan dit niet", want Denaerde's boek is van 1969; toen bestond de theorie van het Elektrische Heelal nog niet; het baanbrekende boek "Cosmic Plasma" van Hannes Alfvén werd pas in 1981 geschreven. Op bladzijde 198 lezen wij niettemin het volgende (zevende druk):

Goed lezen. En nog eens. Ziet u het verband met "Het Elektrische Heelal"?
De tweede passage is "op bladzijde 199: "omdat bij relativistische snelheden de draadloze verbindingen onbruikbaar zijn". Dit klopt, maar alleen voor een Plasma Heelal. Bij relativistische snelheden wordt het ruimtelijke plasma namelijk als veel dichter ervaren (vanwege de lengte contractie) en daardoor komen elektromagnetische golven er niet meer doorheen.

Merkwaardig, nietwaar?