Tijd dus voor de massaproductie. De bestaande nummerplankjes zijn 7 centimeter
breed en 13 centimeter lang. De vloerplaat hardboard, daar kunnen gemakkelijk
in de breedte 8 stukken uit, dat is 7 x 8 = 56 en dan hou ik nog 61 - 56 =
stukjes van 5 centimeter breed over. In totaal 8 x 5 = 40 plankjes, in de
lengte 5 x 13 = 65 cm, dus we houden ruim hardboard over. Niets wonderlijks
in de lengte. Maar des te meer in de breedte!
Onthou vooral dat we die 5 stukjes over hebben van 5 x 13 cm, 2 cm te
smal om er nog nummers op te kunnen plakken.
Dan belt mijn kennis uit onze kerk op: ik heb hier nog een stuk MDF liggen
met de afmetingen 58 x 47 centimeter; kan je dat gebruiken? Snel rekenen
leert inderdaad dat het wel moet kunnen. We gaan de MDF gebruiken met 58
als lengte en 47 als breedte. De plastic profielen waar straks de nummers
in schuiven worden dus op 47 cm afgezaagd.
Van de richels tussenin hebben we er 3 nodig. Het zit echter een beetje
tegen, want een van de profielen vertoont een deuk en dus gaan de plankjes
er niet goed in. Er wordt 1 extra profielstuk afgezaagd van 47 cm.
Maar nu valt me iets op. Ik hou een stuk over en het lijkt er op dat ..
Even rekenen. We hadden een lengte van 260 en daar ging eerst een proef
stuk af van 25 en toen 4 x 47 = 188 en dus in totaal 213 cm. En kijk nou:
260 - 213 = 47. Dus we houden een stuk over van exact de breedte van
ons gezangenbord!
Maar dit is nog niet alles. Ik schuif nu de bordjes met de cijfers erin.
Aan weerskanten is er plaats voor twee nummers van drie cijfers, dat is
een breedte van 2 x 3 x 7 = 42 cm. Hoe breed was het bord ook weer: 47.
Het verschil is dus 5 cm, dat is exact de breedte van de plankjes die
we "over" hadden! Die kunnen we nu dus mooi gebruiken om de gezangen
van elkaar te scheiden. Dan is het Gezangen voor Liturgie (GvL) bord met
maximaal 8 getallen van elk 3 cijfers precies vol: 2 in de breedte
en 4 in de lengte.
Materialen (maten in centimeters):