Naar een spreekbeurt van Stefan de Bruijn,
Walburg College, Zwijndrecht, 27 maart 1996
Carillons en klokkenspelen zijn de oudste muziekautomaten. Het carillon is een serie gestemde klokken, die gewoonlijk in een toren worden opgehangen. De eerste carillons werden al in de 13e eeuw in Noord-Europa gemaakt. De klokken worden aangeslagen door hamers. Deze zitten vast aan draden en hefbomen, die in beweging worden gebracht door een rol met pennen. Bij veel carillons gaat die rol om het kwartier of om het half uur draaien.
Een ander voorbeeld van automatische muziekinstrumenten zijn de speeldozen. Er zijn twee soorten speeldozen: de uitvoering met een cilinder en de uitvoering met schijven. Het oudste van de twee is die met de cilinder. De eerste speeldozen van deze soort werden aan het einde van de 18e eeuw gemaakt door Zwitserse horlogemakers. In het begin van de 19e eeuw was de op de cilinder werkende speeldoos een geliefd huisinstrument geworden, zo geliefd dat ze zelfs in horloges en snuifdozen werden ingebouwd. Tegenwoordig worden er nog steeds cilinder-speeldozen gemaakt: je treft de mechaniekjes vaak aan in kinderspeelgoed.
Later in de 19e eeuw werd de speeldoos met cilinder langzaam vervangen door
de op schijven werkende speeldoos. Het voordeel van de speeldoos met schijven
was, dat je ijzeren plaatjes kon kopen met allerlei verschillende soorten
liedjes erop.
Muziekautomaten worden vaak gebruikt om bestaande muziek te laten horen.
Zo werden hele grote speeldozen met automatisch verwisselbare schijven
gebruikt in cafe's en bars. Je kan ze een beetje vergelijken met de latere
juke-boxen.
Meestal wordt een piano bespeeld door een pianist, maar er bestaan ook
automatische piano's. Zij werden in de 19e en in het begin van de 20e
eeuw gebouwd. Het zijn de zogenaamde pianola's. De meeste pianola's werken
op rollen papier, waar gaatjes in zitten. Door die gaatjes wordt lucht
geblazen, dat door pijpen naar het pianomechaniek wordt geleid, waardoor
de hamers tegen de snaren slaan. Het pianorol-formaat wordt nog steeds
gebruikt, zelfs bij de meest moderne automatische muziek, die met computers.
Eigenlijk is een pianorol een programma en zijn pianola's programeerbare
machines. Daarom zijn pianola's samen met carillon's en draaiorgels
eigenlijk de eerste computers. En ze werken nog parallel ook!
We zijn
een keer gegaan naar het
Nationaal Museum van Speelklok tot Pierement in Utrecht. Zo'n bezoek is
overigens zeer de moeite waard! Daar kun je na afloop van de rondleiding
zelf een kleine pianorol maken.
De meest bekende automatische muziekinstrumenten zijn natuurlijk de draaiorgels. In Nederland worden ze nog steeds gemaakt. Vroeger waren er niet alleen grote, maar ook kleine draaiorgels. De kleine draaiorgels, die meestal op de buik gedragen werden, werkten op rollen met pennen. De grote draaiorgels werken op draaiboeken. Je kan deze vergelijken met de pianorollen van pianola's, maar het verschil is, dat draaiboeken ook programma's voor drums, bewegingen van poppetjes en dergelijke dingen kunnen bevatten. Draaiboeken zijn moeilijk te maken en daarom zijn ze erg duur. Bovendien zijn ze beschermd door auteursrecht. Er is dus bijna niet aan te komen.
Vlak over de grens, in Belgie, vind je grote feestzalen. Daar gaan de mensen
in het weekend naar toe om te drinken, te zingen en te dansen. Een zo'n grote
feesttent was het cafe - restaurant "Napoleon" bij Rijsbergen. Het merkwaardige
is dat bij "Napoleon" de muziek niet werd verzorgd door een orkest of door een
diskjockey, maar door een groot automatisch orgel, een zogenaamd
de Cap orgel.
In zo'n "de Cap" orgel bevinden zich niet alleen de bekende orgelpijpen, maar
ook bijvoorbeeld automatisch bespeelde accordeons, blaas- en strijkinstrumenten
en komplete drumstellen.
Tegenwoordig is veel gemakkelijker om instrumenten automatisch te bespelen dan
vroeger. Daar zijn geen ingewikkelde en dure mechanieken meer voor nodig. Wat
je nodig hebt is een computer, een keyboard, een paar kabeltjes en een "kaart".
En wat geschikte programma's natuurlijk. Het keyboard moet wel voorzien zijn
van een zogenaamde MIDI aansluiting en is daardoor meestal wat duurder.
MIDI is de afkorting van "Musical Instruments Digital Interface". MIDI is in
feite niet meer dan een serie afspraken tussen fabrikanten van elektronische
muziekinstrumenten. Daardoor komt het dat je computers en muziek-instrumenten
die met de MIDI standaard zijn uitgerust zonder al te veel moeite op elkaar
kunt aansluiten. En daar is eigenlijk alles om begonnen.
Een MIDI insteek-kaart kun je kopen in de muziekzaak of de computerwinkel. Hij
moet in een vrije uitbreidingssleuf van je PC worden gestoken. Twee kabeltjes
gaan van de kaart naar je keyboard. Via het ene kabeltje kun je opnemen: dan
gaat er muziek van je keyboard naar de computer. Via het andere kabeltje kun je
weergeven: dan gaat er muziek van de computer naar je keyboard. Je kunt op die
manier met MIDI zowel opnemen als weergeven. Maar met een muziek-editor kun je
een compositie ook noot voor noot inbrengen en daarna afspelen. Natuurlijk moet
je voor dit alles wel de juiste programma's aanschaffen, of zelf maken.
Eigenlijk gebeurt met MIDI hetzelfde als met de pianorol bij een pianola of het
draaiboek van een draaiorgel. De gelijkenis is zo sterk dat veel programma's
voor MIDI op het beeldscherm inderdaad een pianorol laten zien, waarbij je met
toetsenbord en muis gaten in de denkbeeldige rol kunt aanbrengen, op de plaats
waar de noten moeten komen. Het programma kan van deze pianorol een zogenaamde
MIDI file maken, die je kunt afspelen op je keyboard.
Maar met MIDI kan nog veel meer. Hard en zacht kan niet bij een draaiorgel, wel
bij MIDI. Net zoals bij een elektrische gitaar kan je een toon laten glijden en
allerlei effekten toevoegen zoals stereo, echo en vibrato. Op deze manier kun
je met MIDI zelfs een kompleet symfonie-orkest nabootsen. Maar dan moet je wel
een soort kastje hebben waar alle geluiden van een orkest in zitten. Ju kunt
het weer vergelijken met een draaiorgel: een MIDI file is als een draaiboek.
Daar staat dus alleen maar in welke noten aan en uit moeten, maar niet hoe de
klank is, want dat hangt af van het orgel zelf.
Een MIDI file klinkt op het ene keyboard anders dan op het andere. Gelukkig is
ook wat de klanken betreft min of meer overeenstemming tussen de verschillende
fabrikanten. In de winkel kun je kastjes en geluidskaarten kopen die gemaakt
zijn volgens de zogenaamde General Midi standaard. Dit houdt in dat geluiden
volgens een bepaald systeem zijn gerangschikt, zodat bekend is hoe een bepaald
geluid kan worden opgeroepen. De meeste muziek die je hoort in supermarkten,
maar ook heel veel muziek op de televisie en in films is met dit General Midi
systeem gecomponeerd. Van zulke MIDI muziek zou je denken dat het door een echt
orkest gespeeld wordt maar het is allemaal hartstikke nep.
Naschrift (02 april 2025)
Inmiddels is de cirkel rond. Zoals blijkt uit deze referentie worden moderne carrilons electronisch aangestuurd,
en hoe zou dat beter kunnen dan .. met MIDI! Of zoals verwoord in Wikipedia:
Het is met deze moderne systemen eenvoudiger dan bij de vroegere speeltrommels om een andere melodie in te stellen – men hoeft alleen de ponsband of het computerprogramma te vervangen of de muziek op een keyboard in te spelen en daarna bij te werken op het computerscherm. Het gaat tegenwoordig bij sommige systemen zelfs zo ver dat de beiaardier deze werkzaamheden thuis kan verrichten, waarna de gegevens via een telefoonverbinding naar de computer in de toren worden gezonden. Hij hoeft er dus niet eens de trap in de toren voor te beklimmen. Ook is een voordeel bij het computersysteem dat daarbij de oude melodieën niet verloren gaan, wat bij het versteken van een speeltrommel wel het geval is.