PREDIKER 3:10-22, VOORGOED VERLOREN?
Toespraak door Alex van Ligten in de Ekklesia Amsterdam op 17 januari 2016 [klein gedeelte]
- Auteur
Amos Oz, boek:
Judas
1. ‘Tussen de nieuwsberichten in sprak Gershom Wald bijvoorbeeld over de domheid van
Darwin en zijn aanhangers: hoe kon iemand toch op de gedachte komen dat het oog of de
oogzenuw zelf zich ontwikkeld hebben op grond van de behoefte te kunnen zien, met behulp
van dat wat ze natuurlijke selectie noemen? Toen er op de wereld nog geen oog en geen
oogzenuw was, ontwikkelde toch niemand de behoefte om iets te zien, en er was niets en
niemand op de wereld die zich zo’n behoefte ook maar kon voorstellen. Nooit, maar dan
ook nooit zou dat idee opgekomen zijn in een wereld van niet-zien; hoe zou er in de oneindige
duisternis waarvan hij totaal niet weet dat het duisternis ís, plotseling een cel of een celgroep
groeien die geleidelijk uit het niets vormen, kleuren en dimensies ziet?’
Er valt op meer plaatsen te lachen in het jongste boek van Amos Oz, maar deze passage
ontlokte me de breedste grijns van allemaal. Heerlijk, zo’n krachtige plaagstoot in de richting
van de onaantastbare evolutieleer. En vooral als er ook nog eens geen speld tussen te krijgen
is. Dan besef je weer eens dat wij, kritische, moderne, hoogontwikkelde eenentwintigste-
eeuwers, de sterke neiging hebben elkaar na te praten, om van alles voor waar aan te nemen
wat zo in het algemeen aangehangen wordt als laatste waarheid. Wie in onze tijd vraagtekens
zet bij de evolutieleer wordt meteen ingedeeld in het kamp van achterlijke bijbelfundamentalisten.
Wie gelooft in een God die spreekt, een voortbestaan na dit leven of nog wat van die
verdachte zaken, die kan rekenen op licht meewarige blikken. Daarom is het extra leuk als
Amos Oz ons via Gershom Wald onder de neus wrijft dat we collectief wel doen alsof de
ontstaansleer uit louter wetenschappelijke feiten bestaat, terwijl we aan een aantal
onverklaarbaarheden zeer onwetenschappelijk voorbijgaan. We praten vooral gezellig met
elkaar mee.